Direct naar content gaan

Samenvatting

SK Telecom is een in Zuid-Korea gevestigde mobieletelefonie-onderneming. In 2011 heeft SK Telecom mobieletelefoniediensten geleverd aan een aantal van haar – eveneens in Zuid-Korea gevestigde – klanten, die tijdelijk in Oostenrijk verbleven. Om deze personen tijdens hun verblijf in Oostenrijk in staat te stellen hun mobiele telefoons te gebruiken, heeft een Oostenrijkse netwerkexploitant zijn netwerk ter beschikking van SK Telecom gesteld tegen betaling van een gebruiksheffing, verhoogd met de Oostenrijkse btw (20%). SK Telecom heeft haar klanten voor het gebruik van het Oostenrijkse netwerk roamingkosten in rekening gebracht. SK Telecom heeft verzocht om teruggaaf van het bedrag van de Oostenrijkse btw. Het Finanzamt heeft deze teruggaaf geweigerd.

Het gaat hier om de vraag waar de roamingdiensten voor de toepassing van de btw zijn verricht. Volgens de Btw-richtlijn worden de diensten in beginsel belast op de plaats van de afnemer van de dienst, in casu dus Zuid-Korea. De vraag rijst of de uitzondering van artikel 59 bis, eerste alinea, onderdeel b, Btw-richtlijn toepassing vindt en Oostenrijk de plaats van de roamingdiensten naar zijn grondgebied mag verleggen.

De hierover door het Bundesfinanzgericht (Oostenrijk) gestelde prejudiciële vraag wordt door het HvJ bevestigend beantwoord.

Het HvJ verklaart namelijk het volgende voor recht:

Artikel 59 bis, eerste alinea, onderdeel b, Btw-richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat roamingdiensten die door een in een derde land gevestigde mobieletelefonieprovider worden verleend aan haar klanten, die eveneens in dat derde land zijn gevestigd of aldaar hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben, zodat zij gebruik kunnen maken van het nationale mobielecommunicatienetwerk van de lidstaat waar zij tijdelijk verblijven, moeten worden geacht voorwerp te zijn van ‘werkelijk gebruik en werkelijke exploitatie’ op het grondgebied van deze lidstaat in de zin van die bepaling, waardoor die lidstaat de plaats van die roamingdiensten kan aanmerken als op zijn grondgebied gelegen wanneer met de uitoefening van een dergelijk keuzerecht wordt voorkomen dat deze diensten binnen de Unie onbelast blijven, ongeacht de fiscale behandeling waaraan die diensten in dat derde land zijn onderworpen.

Conform Conclusie A-G Saugmandsgaard (NLF 2020/2367, met noot van Van Esdonk).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HvJ
Datum instantie
14 april 2021
Rolnummer
C-593/19
ECLI
ECLI:EU:C:2021:281
Auteur(s)
Andy van Esdonk
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2021/0980
Aflevering
13 mei 2021
Judoreg
NFB4315
bwbr0002629&artikel=6h,celex32006l0112&artikel=59bis,celex32006l0112&artikel=59bis

Naar de bovenkant van de pagina