Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft samen met haar ex-partner (tevens gemachtigde) de eigendom van een woning, ieder voor de (onverdeelde) helft. X woont met de kinderen in de woning.

X heeft in 2015, 2016 en 2017 projectondersteuningsactiviteiten verricht voor de onderneming van haar ex-partner. De ex-partner is actief als interim-manager bij overheden en ongeveer 80% van de door hem gewerkte uren wordt daaraan besteed. De overige uren besteedt hij aan permanente educatie om zijn RB-registratie te behouden. Daadwerkelijke fiscale advisering aan klanten wordt niet gedaan.

Evenals in procedures over de jaren 2013 en 2014 oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden dat de Inspecteur het door X behaalde resultaat terecht als row heeft aangemerkt en dat hij het aandeel van X in de woning terecht niet als ondernemingsvermogen heeft aangemerkt.

X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij recht heeft op een hogere kostenaftrek dan reeds door de Inspecteur is toegestaan.

Het hoger beroep is op alle punten ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015-2017
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
3 december 2024
Rolnummer
22/689; 22/690; 22/691; 22/692; 22/693
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:7514
NLF-nummer
NLF 2025/0039
Aflevering
7 januari 2025

Naar de bovenkant van de pagina