Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Dit beroep, dat is ingesteld door X (bv; eiseres), heeft betrekking op geheven antidumpingrechten op Pakistaans katoenhoudend bedlinnen.

Op grond van Verordening 397/2004 is een antidumpingrecht van 13,1% vastgesteld op de invoer van katoenhoudend bedlinnen uit Pakistan. Deze verordening is gewijzigd met Verordening 695/2006, waarbij op de invoer van katoenhoudend bedlinnen uit Pakistan een definitief antidumpingrecht is ingesteld van 0% tot 8,5%.

X bestrijdt op meerdere gronden de geldigheid van beide verordeningen.

Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat X geen rechtstreeks en individueel belang heeft bij het verzoek om terugbetaling dat is gedaan door Y (bv) en dat betrekking heeft op door Y (bv) verschuldigde antidumpingrechten.

Het verzoek van X om voor haar naam een andere naam (Y) te lezen, wordt ook in de uitspraak op bezwaar verworpen. Het betreft verschillende, niet met elkaar te vereenzelvigen, rechtspersonen. Een na afloop van de beroepstermijn afgelegde verklaring kan niet alsnog bewerkstelligen dat het beroep is ingesteld door of namens een ander dan degene door of namens wie het beroepschrift is ingediend.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Douane
Belastingtijdvak
10 juli 2006 t/m 22 juli 2008
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
19 augustus 2024
Rolnummer
22/3537
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8494
NLF-nummer
NLF 2024/2197
Aflevering
1 oktober 2024

Naar de bovenkant van de pagina