Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) drijft in vof-vorm met zijn echtgenote een horecaonderneming. In 2016 hebben zij – in een samenwerking met een voor de VN werkzame vriendin – winst behaald met transacties met vluchtelingententjes/shelters in Afrika. Per saldo is met de transacties een positief resultaat behaald van € 72.192.

Verder hebben X en zijn echtgenote de vof in 2017 ingebracht in een bv.

In deze zaak spelen twee geschilpunten:

1. Dient de winst die behaald is met de transacties met vluchtelingententjes (€ 72.192) opgenomen te worden in de winst van de vof over 2016?

Rechtbank Noord-Holland is van oordeel dat de Inspecteur de winst over de transacties met vluchtelingententjes terecht tot de winst van de vof heeft gerekend. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een bedrijfsvreemde transactie die tot de privésfeer behoort.

2. Is de onderneming van de vof met terugwerkende kracht tot 3 oktober 2016 (geruisloos) ingebracht in de bv en dient derhalve het na 3 oktober 2016 door de vof behaalde resultaat uit de winst van X voor het jaar 2016 te worden geëlimineerd?

Het geschil spitst zich toe op de vraag of X daarop mocht vertrouwen. De Rechtbank is van oordeel dat hoewel de wetgeving niet voorziet in het herzien van een onherroepelijke beschikking geruisloze inbreng, dit toch mogelijk is indien sprake is van een ook voor X kenbare fout. De Rechtbank is van oordeel dat X redelijkerwijs had kunnen en moeten begrijpen dat de door de Inspecteur gegeven beschikking voor een geruisloze omzetting per 3 oktober 2016 onjuist was. Van zijn gemachtigde mag zeker worden verwacht dat de gemaakte fout voor hem als redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur op het eerste gezicht kenbaar is geweest. Dit betekent dat aan de afgegeven beschikking geruisloze inbreng met terugwerkende kracht tot 3 oktober 2016 in dit geding voorbij kan worden gegaan, en dat de winst van de vof over het gehele jaar 2016 voor het gedeelte overeenkomend met zijn gerechtigdheid bij X belast is.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
8 september 2020
Rolnummer
19/5637
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:6994
Auteur(s)
mr. W.J.H. Antonisse
Horlings Belastingadviseurs
NLF-nummer
NLF 2020/2061
Aflevering
1 oktober 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3702
bwbr0002672&artikel=14c&lid=6,bwbr0011353&artikel=3.65,bwbr0011353&artikel=3.65&lid=4,bwbr0011353&artikel=3.65&lid=5,bwbr0011353&artikel=3.65

Naar de bovenkant van de pagina