Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft BPM-aangifte gedaan van de registratie van 68 auto’s. Zij heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoeningen op aangifte. Het bezwaar is ongegrond verklaard.

X heeft daartegen beroep ingesteld bij Rechtbank Noord-Holland.

In geschil is of de door X betaalde BPM in strijd met het Europese recht is geheven.

X betoogt onder meer dat ten aanzien van auto’s waarbij de datum eerste toelating is gelegen voor 1 september 2017 mogelijk te veel belasting is geheven. Tot 1 september 2017 werd de CO2-uitstoot van op de Europese markt gebrachte auto’s bepaald aan de hand van de NEDC-testmethode. Met ingang van 1 september 2017 wordt daarvoor de zogeheten WLTP-testmethode gehanteerd. De betreffende grief slaagt.

De Rechtbank komt tot het oordeel dat de op aangifte voldane belasting mogelijk te hoog is geweest met betrekking tot de auto met een datum eerste toelating op een tijdstip waarop de CO2-uitstoot op een andere wijze werd gemeten dan bij de aangifte bij invoer. X heeft evenwel niet aannemelijk gemaakt met hoeveel gram per kilometer aan CO2-uitstoot rekening gehouden dient te worden, dan wel wat de betreffende verboden discriminatie tot gevolg heeft voor de verschuldigde BPM in het onderhavige geval. De Rechtbank bepaalt in goede justitie dat de CO2-uitstoot met 6 gram per kilometer verlaagd dient te worden.

Het beroep van X is gegrond. Voor het stellen van prejudiciële vragen is volgens de Rechtbank geen aanleiding.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2018-2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
29 juli 2021
Rolnummer
19/4232 e.a.
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:6453
Auteur(s)
mr. S.M. Bothof
123BPM.NL
NLF-nummer
NLF 2021/1689
Aflevering
2 september 2021
Judoreg
NFB4522

Naar de bovenkant van de pagina