Direct naar content gaan

Samenvatting

Erflaatster, geboren in 1950 en overleden in 2021, was onder meer in 2011 enig aandeelhouder en bestuurder van A (nv). Zij was tevens formeel bestuurder van B (nv). A was van 17 januari 1998 tot 31 december 2011 enig aandeelhouder in B.

Erflaatster heeft in 2011 een perceel van A gekocht voor € 500.000. Eind 2011 heeft A het perceel aan B geleverd voor € 500.000. In de leveringsakte is onder meer opgenomen dat erflaatster een onherroepelijke en niet-opzegbare optie tot koop van het perceel heeft met een uitoefenprijs van € 500.000. Het perceel is uiteindelijk in 2015 aan een provincie verkocht voor € 3.040.000. Erflaatster heeft in 2015 ter zake van het perceel een goedkeuringsovereenkomst met B gesloten in verband met de koopoptie en de verkoop van het perceel aan de provincie, waarbij erflaatster een schadeloosstelling van B van € 1.900.000 heeft ontvangen. De Inspecteur heeft € 1.900.000 als resultaat uit overige werkzaamheden (row) in aanmerking genomen bij de aan erflaatster opgelegde aanslag IB/PVV 2015. Daarnaast corrigeert de Inspecteur het ten onrechte niet opgegeven box 3-inkomen bij het opleggen van de aanslag.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat erflaatster niet de vereiste aangifte heeft gedaan en dat in het onderhavige geval sprake is van een redelijke schatting van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden. Erflaatster beschikte over een onroerendgoedportefeuille, zij heeft zich diverse malen als projectontwikkelaar in het economische verkeer gepresenteerd en hield zich ook bedrijfsmatig bezig met de exploitatie van onroerend goed. Daarnaast moet erflaatster op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst in 2011 hebben geweten dat het perceel een veel hogere waarde vertegenwoordigde dan € 500.000. Aangezien de goedkeuringsovereenkomst verband hield met de koopovereenkomst uit 2011 heeft de Inspecteur terecht de door erflaatster ontvangen schadeloosstelling van € 1.900.000 als row aangemerkt.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
10 maart 2022
Rolnummer
21/1483; 21/1484
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:2455
Auteur(s)
N.F.M. van Mol MSc
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2022/0767
Aflevering
21 april 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4949
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina