Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze procedure is de WOZ-waarde van winkelpanden en (boven)woningen op een adres in de gemeente Noordwijk voor het jaar 2021 in geschil. De waarde van de winkelpanden zijn door de Heffingsambtenaar bepaald aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode. De waarde van de woningen is bepaald met behulp van de vergelijkingsmethode.

Ten aanzien van de winkelpanden heeft de Heffingsambtenaar rekening gehouden met een waardevermindering van 2% in verband met de maatregelen tegen het coronavirus.

Dat hiermee voldoende recht wordt gedaan aan het waardedrukkende effect die de maatregelen tegen het coronavirus voor niet-essentiële winkels als de onderhavige hebben gehad, acht Rechtbank Den Haag niet aannemelijk gemaakt. Dit leidt ertoe dat het beroep ten aanzien van de twee winkelpanden gegrond is. Aangezien ook X (belanghebbende) de door hem bepleite waarden niet aannemelijk heeft gemaakt, stelt de Rechtbank de waarden in goede justitie vast op resp. € 230.000 (was € 247.000) en € 235.000 (was € 250.000).

De Rechtbank acht de aangedragen vergelijkingsobjecten voor de woningen op zichzelf bruikbaar, mits inzichtelijk wordt gemaakt op welke manier rekening is gehouden met de verschillen tussen enerzijds de onroerende zaken en anderzijds de gekozen vergelijkingsobjecten. Naar het oordeel van de Rechtbank is de Heffingsambtenaar daar niet in geslaagd. Ook de WOZ-waarden van de woningen worden in goede justitie verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
15 november 2022
Rolnummer
21/7686; 21/7687; 21/7689; 21/7690; 21/7691
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:12310
NLF-nummer
NLF 2023/0782
Aflevering
6 april 2023

Naar de bovenkant van de pagina