Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) was samen met zijn echtgenote eigenaar van een woning met een rijksmonumentenstatus. In 2016 hebben X en zijn echtgenote de woning verbouwd.

X stelt dat van de gemaakte verbouwingskosten van in totaal € 128.525 een bedrag van € 48.228 onderhoudskosten betreft, waarvan dan 80% aftrekbaar is (aanslag IB/PVV 2016).

De Inspecteur heeft – uiteindelijk – € 12.333 aangemerkt als onderhoudskosten, waarvan 80% aftrekbaar is en waarvan vervolgens 72% is toebedeeld aan X.

De Inspecteur heeft gemotiveerd betwist dat het bedrag aan onderhoudskosten hoger is dan € 12.333, door middel van een rapport dat is opgesteld door een geregistreerd taxateur. Met de door X zelf opgestelde berekening gebaseerd op zijn eigen inschatting maakt hij volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant niet aannemelijk dat een hoger bedrag aan onderhoudskosten in aanmerking genomen zou moeten worden. Hof Den Bosch bevestigt in hoger beroep dit oordeel van de Rechtbank.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
2 oktober 2024
Rolnummer
22/1784
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3081
NLF-nummer
NLF 2025/0383
Aflevering
18 februari 2025
bwbr0011353&artikel=6.31,bwbr0011353&artikel=6.31

Naar de bovenkant van de pagina