Direct naar content gaan

Samenvatting

In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt artikel 8 als volgt gewijzigd:


1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde lid worden na het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende:



3. Indien zulks leidt tot een ten minste 10 percent lager toetsingsinkomen, wordt bij beëindiging van het partnerschap in het berekeningsjaar, in afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, op verzoek van de belanghebbende bij de berekening van het toetsinkomen van de partner:


a. geen rekening gehouden met:


1°. belastbaar loon dat is genoten na de beëindiging van het partnerschap;


2°. winst uit een onderneming die na de beëindiging van het partnerschap is gestart; en


3°. belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden die na beëindiging van het partnerschap zijn gestart;


b. het belastbare loon dat in de periode van partnerschap is genoten tijdsevenredig herleid naar een jaarloon.


4. Bij beëindiging van het medebewonerschap in het berekeningsjaar is het derde lid van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het toetsingsinkomen van de medebewoner.



2. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘derde lid’ vervangen door: vijfde lid.

Toetsingsinkomen en partnerschap

In artikel 8 Awir is aangegeven hoe het toetsingsinkomen moet worden bepaald. Dit toetsingsinkomen is relevant voor de onder de Awir vallende inkomensafhankelijke regelingen, waaronder de toeslagen.  

In geval van partnerschap worden de vastgestelde toetsingsinkomens van beide partners bij elkaar opgeteld. Voor sommige inkomensafhankelijke regelingen, waaronder de huurtoeslag, telt ook het toetsingsinkomen van eventuele medebewoners mee.

Beëindiging partnerschap

Metadata

Rubriek(en)
34 785 Belastingplan 2018
Instantie
MvF
Datum instantie
18 december 2014
Rolnummer
34 785
NLF-nummer
NLFs 2017/0469
Aflevering
30 september 2017
Judoreg
NFB725
Auteur(s)
mr. C. de Jong
Bruggink en Van der Velden Advocaten Belastingadviseurs
bwbr0018472&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina