Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een tussenwoning. Hij is tevens eigenaar van vier garageboxen, die zijn gelegen achter de aan de overzijde van de tussenwoning gelegen woningen. Deze garageboxen maken deel uit van een complex van 34 garageboxen. De Heffingsambtenaar heeft de vier garageboxen aangemerkt als afzonderlijke WOZ-objecten en de waarde ervan bij afzonderlijke beschikkingen vastgesteld.

X heeft beroep en hoger beroep ingesteld inzake de WOZ-waarde van de tussenwoning.

Hof Arnhem-Leeuwarden constateert met X dat de uitspraak van Rechtbank Overijssel, waarvan hoger beroep, niet is gedateerd. Er bestaat twijfel over de dag waarop de beslissing is uitgesproken. Dit levert strijd op met het bepaalde in artikel 8:77, lid 1, aanhef en onderdeel e, Awb. Daarmee kleeft een zodanig gebrek aan de uitspraak dat deze reeds daarom vernietigd dient te worden. Anders dan de Rechtbank kennelijk heeft gemeend, kan dit niet worden hersteld door het doen van een hersteluitspraak. Het Hof ziet geen aanleiding om de zaak opnieuw door de Rechtbank te laten behandelen. Het oordeelt dat de objectafbakening juist is. De vier garageboxen zijn terecht als (zelfstandige) onroerende zaken in de zin van artikel 16 Wet WOZ aangemerkt. De waarde van de tussenwoning is volgens het Hof voorts niet te hoog vastgesteld.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (21/01621)

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
29 maart 2021
Rolnummer
19/01003
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:2914
Auteur(s)
mr. C.M. Bergman
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
NLF-nummer
NLF 2021/0841
Aflevering
22 april 2021
Judoreg
NFB4279
bwbr0005537&artikel=8:77&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:77&lid=1,bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina