Samenvatting
Op 18 september 2018 zal D66-staatssecretaris Menno Snel van Financiën het Belastingpakket 2019 bij de Tweede Kamer indienen. Veel maatregelen zijn al bekend. Ook is het behandelschema van het belastingpakket in de Tweede en de Eerste Kamer al bekend. De Eerste Kamer stemt op 11 december 2018 over het pakket, waarmee de plenaire behandeling in het parlement voltooid zal zijn.
Felix Peppelenbosch blikt vooruit en geeft een overzicht van wat er zeker in het Belastingpakket 2019 zal worden opgenomen.
Opinie
Afschaffing fiscale aftrek op vergoeding aanvullend tier 1-kapitaal vanaf 2019
In het Belastingplan 2019 zal een maatregel worden opgenomen die de Wet VpB 1969 zodanig wijzigt dat de fiscale aftrekbaarheid van de coupon(vergoeding) van aanvullend tier 1-kapitaalinstrumenten voor banken en verzekeraars met ingang van 1 januari 2019 komt te vervallen. In een brief aan de Tweede Kamer zet de staatssecretaris eerst de achtergrond van het instrument en de fiscale behandeling kort uiteen, om vervolgens in te gaan op de overwegingen die aan de afschaffing ten grondslag liggen: een gezonde financiële sector, eigen en vreemd vermogen en staatssteunrisico.
De afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid zal betekenen dat de coupon die banken en/of verzekeraars na 1 januari 2019 betalen over bestaande en nieuw uit te geven aanvullend tier 1-kapitaalinstrumenten niet meer in aftrek kan komen van de fiscale winst. De met de afschaffing gepaard gaande budgettaire opbrengst bedraagt circa € 150 miljoen. Tijdens de augustusbesluitvorming zal worden besloten op welke wijze deze opbrengst wordt aangewend.
Renteaftrekbeperkingen vennootschapsbelasting
Vanwege het voornemen een robuuste earningsstrippingmaatregel in te voeren, ontstaat volgens het kabinet ruimte om enkele bestaande specifieke renteaftrekbeperkingen in de Wet VpB 1969 af te schaffen. De generieke norm van de earningsstrippingmaatregel vervangt in beginsel de uiteenlopende normen van de verschillende specifieke renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Zolang een belastingplichtige aan die generieke norm voldoet, is in beginsel sprake van aftrek. Zodra hij die norm overschrijdt, wordt de aftrek beperkt. In de kabinetsreactie op het onderzoek naar private-equityinvesteringen in Nederland heeft het kabinet aangegeven dat de specifieke renteaftrekbeperking gericht op bovenmatige overnamerente (overnameholdingbepaling) met ingang van 1 januari 2019 zal vervallen. Welke overige specifieke renteaftrekbeperkingen verder precies zullen worden afgeschaft, vormt onderdeel van het pakket Belastingplan 2019 dat op Prinsjesdag bij de Tweede Kamer voor behandeling aanhangig zal worden gemaakt. Op dat moment zal het budgettaire belang eveneens inzichtelijk worden gemaakt.
Zoals in het regeerakkoord is opgenomen, blijft in ieder geval de renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage (artikel 10a Wet VpB 1969) bestaan. Dit artikel is grotendeels codificatie van jurisprudentie in het kader van het leerstuk fraus legis. Het schrappen van artikel 10a Wet VpB 1969 zou tot gevolg hebben dat de fraus-legisjurisprudentie herleeft. Het kabinet kiest conform het regeerakkoord voor handhaving van artikel 10a Wet VpB 1969, te meer daar deze bepaling meer duidelijkheid biedt voor belastingplichtigen en de Belastingdienst dan bedoelde (casuïstische) fraus-legisjurisprudentie. Artikel 10a Wet VpB 1969 is naar de mening van het kabinet nog steeds van waarde naast een earningsstrippingmaatregel omdat met deze bepaling gekunstelde structuren worden bestreden waar rentelasten binnen concernverband worden gecreëerd die ten koste gaan van de Nederlandse belastinggrondslag, terwijl de rente bij de ontvanger veelal niet of laag wordt belast.
Verlagen vpb-tarieven
De tarieven van de vpb worden beide met hetzelfde percentage verlaagd. In 2019 gaan de tarieven met 1%-punt omlaag, in 2020 met nog eens 1,5%-punt en in 2021 daarbovenop nog eens 1,5%-punt. Daarmee komen de tarieven in 2021 op 16 en 21% uit.
Beperken afschrijving gebouwen in eigen gebruik in de vpb
Door de maatregel mogen vpb-ondernemers een gebouw in eigen gebruik afschrijven tot maximaal 100% van de WOZ-waarde (is nu 50%).
Modernisering KOR
Het kabinet heeft het voornemen om de kleineondernemersregeling (KOR) in de Wet OB 1968 te moderniseren en meer in overeenstemming te brengen met de methode die de meeste andere lidstaten hanteren; een facultatieve omzetgerelateerde vrijstelling zonder recht op aftrek van voorbelasting. De modernisering van de KOR loopt als separaat wetsvoorstel mee in het Belastingplan 2019. De beoogde ingangsdatum van de nieuwe KOR is 1 januari 2020.
Belastingrente
Een aantal aspecten van de regeling belastingrente is op dit moment niet in lijn met de uitgangspunten van de regeling. In het Belastingplan 2019 zal worden overgegaan tot aanpassing van deze aspecten in de inkomstenbelasting en de erfbelasting.
Verhoging lage btw-tarief van 6 naar 9%
In het pakket Belastingplan 2019 zal de verhoging van het lage btw-tarief naar 9% per 1 januari 2019 worden opgenomen. Het kabinet wil ondernemers niet belasten met extra administratieve lasten bij de aangekondigde verhoging van het verlaagde btw-tarief van 6 naar 9%. Daarom zal de Belastingdienst niet gaan naheffen op in 2018 betaalde prestaties die pas in 2019 gaan plaatsvinden. Het gaat hier bijvoorbeeld om concerten of sportevenementen die in 2018 al worden betaald, maar pas in 2019 plaatsvinden. Dit geldt voor alle goederen en diensten waarop het verlaagde tarief van toepassing is, zoals bijvoorbeeld ook stukadoor- en verfwerkzaamheden aan huis.
Verhoging afvalstoffenbelasting
Om de in het regeerakkoord aangekondigde verhoging van de opbrengst van de afvalstoffenbelasting te realiseren zal in het Belastingplan 2019 een forse verhoging, waarschijnlijk zelfs een ruime verdubbeling, van het huidige tarief worden voorgesteld. Om te voorkomen dat een dergelijk hoger tarief een rol gaat spelen bij de keuze in welk land de afvalstoffen worden verwerkt, is invoering van een exportheffing noodzakelijk.
Compensatieregeling gedupeerde ondernemers
Er komt een gerichte compensatieregeling voor ondernemers die in de periode 2014-2016 gedupeerd zijn omdat zij een lening uit de bijstand als gift bij hun inkomen moesten tellen. Hierdoor kregen zij te maken met terugvorderingen van toeslagen. Voor de regeling is € 17 miljoen gereserveerd. Omdat de compensatieregeling een wettelijke basis behoeft, zal de staatssecretaris op de verdere details van de regeling terugkomen in het Belastingplan 2019.
Verlaging aftrekpercentage EIA
Het kabinet zal het huidige aftrekpercentage van 54,5% in het Belastingplan 2019 verlagen naar 45%. Het nettobelastingvoordeel wordt daardoor weliswaar iets verlaagd, maar blijft naar de mening van het kabinet op een voldoende niveau om ondernemers te prikkelen tot het treffen van energie-investeringen.
Verkorting maximale looptijd 30%-regeling
In het Belastingplan 2019 zal worden voorgesteld de maximale looptijd van de 30%-regeling met ingang van 1 januari 2019 voor zowel nieuwe als bestaande gevallen met drie jaar te verkorten. Ook de periode waarin de keuzeregeling voor partiële buitenlandse belastingplicht van artikel 2.6 Wet IB 2001 van toepassing is, zal met drie jaar worden verkort.
Behandelschema Belastingplan 2019
Tweede Kamer
- Dinsdag 18 september 2018: Prinsjesdag, indiening
- Woensdag 26 september 2018: mogelijkheid tot het houden van een besloten technische briefing door ambtenaren van het ministerie van Financiën
- Donderdag 4 oktober 2018: mogelijkheid tot het houden van een tweede besloten technische briefing door ambtenaren van het ministerie van Financiën
- Woensdag 10 oktober 2018: inbrengdatum voor het verslag
- Vrijdag 19 oktober tot en met maandag 29 oktober 2018: herfstreces
- Dinsdag 23 oktober 2018: nota naar aanleiding van verslag
- Maandag 29 oktober 2018: eerste wetgevingsoverleg, eerste termijn Kamer
- Donderdag 1 november 2018: schriftelijke beantwoording vragen n.a.v. het eerste wetgevingsoverleg
- Maandag 5 november 2018: tweede wetgevingsoverleg, eerste termijn regering en tweede termijn Kamer en regering
- Dinsdag 13 en woensdag 14 november 2018: plenaire behandeling
- Donderdag 15 november 2018: brief beoordeling moties en amendementen
- Donderdag 15 november 2018: stemmingen
Eerste Kamer
- Dinsdag 27 november 2018: voorbereidend onderzoek
- Dinsdag 4 december 2018: inbreng verslag
- Dinsdag 11 december 2018: plenaire behandeling en stemmingen