Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak beoordeelt Rechtbank Noord-Holland het beroep van de gestelde gemachtigde voor X (bv; eiseres) tegen de afwijzing van verzoeken om terugbetaling van antidumpingrechten betaald voor in het vrije verkeer brengen van bedlinnen uit Pakistan.

De gemachtigde heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van een bezwaar tegen de afwijzing van diverse verzoeken om terugbetaling. Eén afwijzing is gericht aan X en twee aan bedrijf Y.

De gemachtigde bestrijdt op meerdere gronden de geldigheid van Verordening 397/2004 en Verordening 695/2006.

De gemachtigde verzoekt verder om niet X maar Y als eiseres te lezen. Zij stelt dat X niet bestaat. Volgens haar is sprake van een geringe verschrijving in de uitspraak op bezwaar maar daar is de Rechtbank het niet mee eens.

Het beroep in deze zaak is ingesteld door de gemachtigde, die zich heeft gesteld voor X. Nu X geen bestaande rechtspersoon is, staat voor X geen beroep open. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2005-2008
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
19 augustus 2024
Rolnummer
22/3525
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8492
NLF-nummer
NLF 2024/2322
Aflevering
15 oktober 2024

Naar de bovenkant van de pagina