Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze procedure is onder meer in geschil of van X (belanghebbende) een juist bedrag aan box 3-heffing is geheven (jaren 2014-2020).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft aanleiding gezien om rechtsherstel te bieden door te bepalen dat met betrekking tot de onderhavige jaren alleen het werkelijke rendement in de heffing wordt betrokken. Het beroep was in zoverre gegrond. Het beroep was ook gegrond voor zover het ziet op dwangsommen voor de jaren 2018 en 2019 omdat de Inspecteur te laat op zijn bezwaren voor die jaren heeft beslist.

De stelling van X in hoger beroep dat de uitspraak van de Rechtbank is gedaan door een onbevoegde rechter faalt.

De Inspecteur heeft volgens Hof Den Bosch de hoorplicht geschonden ten aanzien van het bezwaar tegen de aanslagen over 2014, 2015 en 2016. Voor deze jaren wijst het Hof de zaken terug naar de Inspecteur.

Het Hof is verder van oordeel dat geen allesomvattend compromis tussen partijen is bereikt tijdens de zitting bij de Rechtbank. Het Hof volgt de stelling van X derhalve niet dat de Inspecteur niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Ten aanzien van de box-3 heffing voor de jaren 2017-2020 bevestigt het Hof de uitspraak van de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014-2020
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
2 oktober 2024
Rolnummer
23/195; 23/196; 23/197; 23/198; 23/199; 23/200; 23/201; 23/202; 23/203; 23/124; 23/125; 23/126; 23/130
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3079
NLF-nummer
NLF 2025/0406
Aflevering
18 februari 2025

Naar de bovenkant van de pagina