Per 1 januari 2002 mag de laadruimte van een kleine bestelauto of een bestelauto met een dubbele cabine voorzien zijn van één zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte. Indien de laadruimte van fabriekswege voorzien is van andere zijruiten, dan moeten deze geheel worden verwijderd en worden vervangen door vaste panelen van ondoorzichtig materiaal dat niet geheel of gedeeltelijk uit glas mag bestaan om te voldoen aan de fiscale inrichtingseisen.
Een aantal typen motorrijtuigen is af fabriek voorzien van op de buitenkant van de carrosserie geplakte zijruiten zonder gebruik te maken van raamrubbers. Bij de ombouw van personenauto naar bestelauto wordt onder meer de linkerruit in de laadruimte verwijderd. Vervolgens wordt ondoorzichtig en vormvast materiaal op onverbrekelijke wijze aan de buitenkant op de carrosserie bevestigd, waarna de ruit wordt teruggeplaatst. Daarmee wordt aan de blinderingseis van de laadruimte voldaan.
Nu doen zich situaties voor waarbij ondoorzichtig plaatmateriaal op onverbrekelijke wijze aan de binnenkant van de carrosserie wordt bevestigd zonder de ruit te verwijderen.
Vraag
Als de carrosserie aan de binnenkant van ondoorzichtig plaatmateriaal – dat op onverbrekelijke wijze aan de carrosserie wordt verbonden – wordt voorzien om te voldoen aan de blinderingseis, is het dan toegestaan om de zijruiten te laten zitten als de zijruit van fabriekswege op de buitenzijde van de carrosserie is geplakt?
Antwoord
Ja, dat is toegestaan.
BRON
KG:013:2023:9 Inrichtingseisen bestelauto en opgeplakte zijruiten
Publicatiedatum 20-11-2023, 11:41 | Laatste update 20-11-2023, 11:41 | Standpunt
Aanleiding
Per 1 januari 2002 mag de laadruimte van een kleine bestelauto of een bestelauto met een dubbele cabine voorzien zijn van één zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte. Indien de laadruimte van fabriekswege voorzien is van andere zijruiten, dan moeten deze geheel worden verwijderd en worden vervangen door vaste panelen van ondoorzichtig materiaal dat niet geheel of gedeeltelijk uit glas mag bestaan om te voldoen aan de fiscale inrichtingseisen.
Een aantal type motorrijtuigen is af fabriek voorzien van op de buitenkant van de carrosserie geplakte zijruiten zonder gebruik te maken van raamrubbers. Bij de ombouw van personenauto naar bestelauto wordt onder meer de linker ruit in de laadruimte verwijderd. Vervolgens wordt ondoorzichtig en vormvast materiaal op onverbrekelijke wijze aan de buitenkant op de carrosserie bevestigd, waarna de ruit wordt teruggeplaatst. Daarmee wordt aan de blinderingseis van de laadruimte voldaan.
Nu doen zich situaties voor waarbij ondoorzichtig plaatmateriaal op onverbrekelijke wijze aan de binnenkant van de carrosserie wordt bevestigd zonder de ruit te verwijderen.
Vraag
Als de carrosserie aan de binnenkant van ondoorzichtig plaatmateriaal - dat op onverbrekelijke wijze aan de carrosserie wordt verbonden - wordt voorzien om te voldoen aan de blinderingseis, is het dan toegestaan om de zijruiten te laten zitten als de zijruit van fabriekswege op de buitenzijde carrosserie is geplakt?
Antwoord
Ja, dat is toegestaan.
Beschouwing
Om als bestelauto te worden aangemerkt moet een motorrijtuig aan bepaalde inrichtingseisen voldoen. Deze inrichtingseisen zijn opgenomen in artikel 3, derde lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: Wet BPM 1992) en artikel 3 van de Wet Motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet MRB 1994). Voor de inrichtingseisen wordt een onderscheid gemaakt in vier categorieën bestelauto's; de grote bestelauto's, de kleine bestelauto's, de kleine bestelauto's met een hoog dak en de bestelauto's met dubbele cabine.
Vanaf 1 januari 2002 is het vanwege de verkeersveiligheid toegestaan dat de kleine bestelauto's, de kleine bestelauto met hoog dak en de bestelauto met een dubbele cabine zijn voorzien van één zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte (artikel 3, derde lid, letter b, c en d, Wet BPM 1992 en artikel 3, eerste lid, letter b, c en d, Wet MRB 1994). De aanwezige zijruiten moeten geheel worden verwijderd en zijn vervangen door niet uit glas bestaande panelen uit één stuk van ondoorzichtig en vormvast materiaal. De panelen dienen zoveel mogelijk rondom en op onverbrekelijke wijze rechtstreeks met de carrosserie te zijn verbonden (artikel 2, elfde lid, van de Uitvoeringsregeling BPM 1992 en artikel 3, elfde lid, van de Uitvoeringsregeling MRB 1994).
In de Memorie van toelichting bij deze zogenoemde blinderingseis wordt het volgende vermeld:
"Voor bestelauto's wordt voorgesteld te kiezen voor de oplossing om een niet geblindeerde zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte toe te staan. De blinderingseis is in 1994 gesteld in het kader van de aanscherping van de definitie van bestelauto's teneinde het particuliere gebruik van bestelauto's — dat in de periode daarvoor een steeds hogere vlucht nam — terug te dringen. Door de blinderingseis was het enerzijds mogelijk een duidelijk visueel onderscheid te maken tussen een 'normale' en een 'grijze' personenauto. Anderzijds maakte deze eis het voor particulieren minder aantrekkelijk om een auto met een grijs kenteken (bestelauto) te rijden. Niettemin bestaat bereidheid omwille van de veiligheid de blinderingseis voor uitsluitend de rechterzij ruit te laten vallen. Het is echter niet de bedoeling dat het wederom toestaan van een zijruit zal leiden tot een hernieuwde groei van het particuliere gebruik. Een en ander zal daarom nauwgezet worden gevolgd."
Uit bovenstaande blijkt dat de wetgever met de blinderingseis heeft bedoeld om het voor particulieren minder aantrekkelijk te maken om een auto met een grijs kenteken (bestelauto) te rijden. Het grijs kenteken, met bijbehorend belastingvoordeel, is echter vervangen door het ondernemerscriterium in artikel 13a, eerste lid, Wet BPM 1992. De oorspronkelijke reden voor het stellen van de eis dat de zijruiten in zijn geheel verwijderd moeten worden, is hiermee door de tijd ingehaald (vergelijk het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:826). De fiscale prikkel die particulieren voorheen motiveerden om een bestelauto te rijden is namelijk niet meer aanwezig. Bovendien is het inmiddels - onder voorwaarden - toegestaan om aan de buitenkant van een bestelauto glasplaten te bevestigen (zie ook de website van de Belastingdienst). Van een duidelijk visueel onderscheid tussen een ‘normale’ en een ‘grijze’ bestelauto is daarom geen sprake meer.
Het laten verwijderen van de zijruiten/glasplaten betekent dat er een onnodige kostenpost voor ondernemers ontstaat, terwijl er in feite wel sprake is van een geblindeerde laadruimte.
Gezien het bovenstaande, is het op basis van het doelmatigheidsbeginsel toegestaan dat glasplaten die reeds aan de buitenkant van een laadruimte bevestigd zijn, niet hoeven te worden verwijderd mits er wel ondoorzichtig en vormvast materiaal aan de binnenkant van de carrosserie is bevestigd. Hierdoor blijft er sprake van een geblindeerde laadruimte en wordt geen afbreuk gedaan aan de bedoeling van de wetgever.