Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

ZZE heeft bij haar Zwitserse partner twee bestellingen gedaan voor in totaal 10.000 elektronische geïntegreerde schakelingen. Laatstgenoemde heeft twee facturen opgesteld voor elk 5.000 stuks en een waarde van € 4.950.

Bij ontvangst van de zending heeft ZZE vastgesteld dat deze een hoeveelheid van 10.000 elektronische geïntegreerde schakelingen bevatte, terwijl slechts de goederen met betrekking tot één factuur (5.000 elektronische geïntegreerde schakelingen) bij het grensdouanekantoor op de luchthaven van Cluj Napoca (Roemenië) waren aangegeven. ZZE heeft daarom dit kantoor verzocht de vastgestelde onregelmatigheid te verhelpen door de vaststelling van een besluit van de douaneautoriteiten om de situatie te regulariseren en de betrokken douaneverplichtingen te berekenen. Volgens de douaneautoriteiten heeft ZZE goederen opzettelijk aan de douanecontrole onttrokken. Zij hebben boetes opgelegd.

Tegen deze achtergrond heeft Tribunal Cluj (rechter in tweede aanleg Cluj, Roemenië) aan het HvJ drie prejudiciële vragen gesteld.

Het HvJ verklaart voor recht dat artikel 173 en 174 DWU niet van toepassing zijn in het geval waarin de aangever na indiening van zijn douaneaangifte en vrijgave van de goederen ontdekt dat hij meer goederen had moeten aangeven dan aanvankelijk in de aangifte was vermeld.

Verordening 952/2013 (DWU), in het bijzonder artikel 42, artikel 139, lid 1, en artikel 158, lid 1, moeten aldus worden uitgelegd dat indien een aangever na vrijgave van de goederen ontdekt dat de hoeveelheid ingevoerde goederen groter is dan in de douaneaangifte is vermeld, hij de extra goederen in een nieuwe aangifte moet opnemen. Indien de douaneautoriteiten bij een dergelijke te late aangifte verplicht zijn om een nationale wettelijke regeling toe te passen die voorziet in sancties overeenkomstig artikel 42 DWU, moeten zij voor de juridische kwalificatie van de eventueel gepleegde inbreuk en de eventuele vaststelling van sancties voor de niet-naleving van de douanewetgeving rekening houden met alle relevante gegevens, waaronder in voorkomend geval de goede trouw van de aangever, om te waarborgen dat deze sancties effectief, proportioneel en afschrikkend zijn.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
7 juni 2023
Rolnummer
C-640/21
ECLI
ECLI:EU:C:2023:457
Auteur(s)
mr. G.J. van Slooten
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2023/1434
Aflevering
29 juni 2023
Judoreg
NFB5846

Naar de bovenkant van de pagina