Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 18 december 2013 heeft de politie een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen in het bedrijfspand van F (bv). X en zijn broer zijn middellijk aandeelhouders van F.

In geschil is of de Inspecteur terecht het aangegeven inkomen 2012 en 2013 van X heeft verhoogd met (primair) inkomsten uit hennepteelt dan wel (subsidiair) inkomsten uit handel in auto’s of andere roerende zaken en terecht boetes heeft opgelegd.

Naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland heeft X voor elk van de jaren niet de vereiste aangifte gedaan met als gevolg dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard.

De Inspecteur heeft zich bij het opleggen van de aanslagen gebaseerd op de berekening van de politie ter zake van de opbrengst van de hennepteelt op basis van een vastgesteld aantal oogsten. De Inspecteur heeft de berekende opbrengst gelijkelijk verdeeld over X en zijn broer. Deze berekening en verdeling worden als zodanig niet betwist. De Inspecteur heeft de aanslagen daarmee gebaseerd op een redelijke schatting van het inkomen, aldus de Rechtbank. X heeft niet overtuigend aangetoond dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. De navorderingsaanslagen blijven in stand.

De boetes zijn terecht aan X opgelegd, omdat het aan zijn opzet te wijten is dat er te weinig belasting is geheven. Wel dienen de boetes verminderd te worden, omdat:

  1. de grondslag van de boete is komen vast te staan met de omkering van de bewijslast; en
  2. de redelijke termijn is overschreden.

De Rechtbank oordeelt verder nog dat het hoorrecht niet is geschonden.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
5 april 2022
Rolnummer
20/3198; 20/3199
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:3409
NLF-nummer
NLF 2022/0845
Aflevering
28 april 2022
bwbr0002320&artikel=27e,bwbr0002320&artikel=27e

Naar de bovenkant van de pagina