Direct naar content gaan

Samenvatting

De vaste commissie voor Financiën heeft de staatssecretaris verzocht om de Kamer nader te informeren over het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ (35 496) en hierbij in te gaan op de gevolgen van de coronapandemie op het aantal ondernemers dat naar verwachting door dit wetsvoorstel wordt geraakt en op de vraag of deze ondernemers privé over voldoende middelen beschikken om de liquiditeitspositie van hun vennootschappen te waarborgen. De staatssecretaris geeft in deze Kamerbrief het volgende aan:

Op dit moment heeft de Belastingdienst nog geen aangiftegegevens beschikbaar op basis waarvan kan worden geraamd wat de ontwikkeling is geweest van het aantal aanmerkelijkbelanghouders met excessieve schulden tijdens de coronacrisis in 2020 en 2021. Het duurt ongeveer drie jaar voordat over een kalenderjaar voldoende aangiften vennootschapsbelasting binnen zijn om voor dat kalenderjaar een inschatting te kunnen geven van het aantal excessieve leningen.

Daarnaast houdt de Belastingdienst geen gegevens bij over de actuele privé-liquiditeitspositie van aanmerkelijkbelanghouders die meer dan € 500.000 van hun vennootschap hebben geleend.

Een deel van de schulden van aanmerkelijkbelanghouders aan hun vennootschap is in 2019 mogelijk al afgelost. In dat jaar is namelijk een fors gedragseffect opgetreden als gevolg van de aankondiging van het wetsvoorstel en het feit dat nog gebruik kon worden gemaakt van het box 2-tarief van 25% (2021: 26,9%).

In 2019 is namelijk circa € 13,6 miljard meer dividend uitgekeerd door vennootschappen aan aanmerkelijkbelanghouders. Het is op dit moment nog te vroeg om te kunnen inschatten welk deel hiervan toe te schrijven is aan schuldaflossing en welk deel uitsluitend anticipatie is op de box 2-tariefsverhoging.

Indien aanmerkelijkbelanghouders vanwege de coronacrisis de afgelopen tijd extra geld hebben geleend van hun eigen vennootschap, dan hoeft dat volgens Vijlbrief niet tot gevolg te hebben dat er meer aanmerkelijkbelanghouders door het wetsvoorstel zullen worden geraakt. Mede vanwege de coronacrisis is de inwerkingtreding met een jaar uitgesteld, zodat er een jaar extra is om te anticiperen op de voorgestelde maatregel. Het streven is dat de in het wetsvoorstel opgenomen maatregel met ingang van 1 januari 2023 in werking treedt, waardoor de eerste peildatum 31 december 2023 zal zijn.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2021 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
1 juli 2021
Rolnummer
2021-0000126845
Auteur(s)
Janet Ganzeveld
Zelfstandig gevestigd belastingadviseur en extern adviseur BDO
Almer de Beer
Grant Thornton
NLF-nummer
NLF 2021/1497
Aflevering
29 juli 2021
Judoreg
NFB4472
bwbr0011353&artikel=4.14a,bwbr0011353&artikel=4.14a,bwbr0011353&artikel=4.14b,bwbr0011353&artikel=4.14b,bwbr0011353&artikel=4.13,bwbr0011353&artikel=4.13,bwbr0011353&artikel=4.43,bwbr0011353&artikel=4.43,bwbr0011353&artikel=7.5,bwbr0011353&artikel=7.5

Naar de bovenkant van de pagina