Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak is verdachte X door Hof Amsterdam veroordeeld voor het ten laste gelegde valsheid in geschrift. Het Hof is van oordeel dat ook een na een ambtshalve aanslag ingediende aangifte vpb, bestaande uit een (digitaal) formulier waarin uitsluitend opgave wordt gedaan van posten en daarbij vermelde bedragen, in het maatschappelijk verkeer een bewijsbestemming heeft. De omstandigheid dat zo’n geschrift fiscaalrechtelijk wordt opgevat als een bezwaarschrift tegen een ambtshalve opgelegde aanslag, maakt niet dat het geen geschrift is dat tot bewijs van enig feit kan dienen.

Namens X is cassatieberoep ingesteld.

Het eerste middel bevat de klacht dat het Hof een onjuiste maatstaf heeft aangelegd. Aangevoerd wordt dat de aangifteformulieren geen bewijsbestemming in de zin van artikel 225 Sr. hebben.

Dit middel slaagt.

Het Hof heeft geoordeeld dat de bezwaarschriften bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen. Dat oordeel is onjuist omdat aan een tegen een belastingaanslag gericht bezwaarschrift als zodanig, voor zover dat bezwaarschrift ertoe strekt het bedrag van de aanslag tot een bepaald bedrag te verminderen, in het maatschappelijk verkeer niet een zodanige betekenis voor het bewijs van de inhoud ervan pleegt te worden toegekend dat daaraan een bewijsbestemming in de zin van artikel 225 Sr toekomt (vgl. HR 3 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2542). De Hoge Raad neemt daarbij in aanmerking dat een aangiftebiljet dat niet is ingediend binnen de in artikel 9 AWR bepaalde termijn en waarmee de Inspecteur bij de aanslagoplegging geen rekening heeft kunnen houden, niet kan gelden als een bij de belastingwet voorziene aangifte in de zin van de belastingwetgeving (vgl. HR 28 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1333).

De Hoge Raad wijst de zaak terug naar het Hof.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2009-2010
Instantie
Hoge Raad
Datum instantie
17 december 2024
Rolnummer
22/02851
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1847
NLF-nummer
NLF NLF

Naar de bovenkant van de pagina