Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) exploiteert een autobedrijf en beschikt over een handelaarskenteken.

Geconstateerd is dat op 25, 29 en 30 maart 2022 en op 1 en 5 april 2022 met een voertuig dat tot de handelsvoorraad behoort, gebruikgemaakt werd van de openbare weg zonder handelaarskenteken.

Aan X zijn daarom vijf naheffingsaanslagen MRB opgelegd van elk € 440 en 100% boetes.

X stelt zich op het standpunt dat zij onbewust is vergeten de auto van een klant op naam te zetten. Zij heeft direct na de ontdekking van de fout de auto te naam gesteld en hiermee haar fout hersteld.

Na bezwaar zijn de naheffingsaanslagen in stand gebleven. Dat acht Rechtbank Noord-Holland terecht nu vaststaat dat X de voorwaarden die zijn verbonden aan de handelaarskentekenregeling niet heeft nageleefd.

Na bezwaar resteerde slechts één boete van € 440. Tijdens de beroepsfase is deze boete gehalveerd naar aanleiding van de wijziging per 1 juli 2023 van het BBBB, zodat de resterende boete € 220 bedraagt. De Rechtbank acht de resterende boete passend en geboden.

Aangezien de redelijke termijn met niet meer dan twaalf maanden is overschreden en de boete minder dan € 1.000 bedraagt, volstaat de Rechtbank met een constatering van de overschrijding van de redelijk termijn (vgl. HR 14 juli 2024, 22/04592, ECLI:NL:HR:2024:853, NLF 2024/1413, met noot van Nent).

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021-2022
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
18 oktober 2024
Rolnummer
22/5449; 22/5451; 22/5453; 22/5454; 22/5455
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:10803
NLF-nummer
NLF 2024/2774
Aflevering
10 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina