Direct naar content gaan

Samenvatting

Bij Hof Den Bosch waren aan X (belanghebbende) ambtshalve opgelegde aanslagen IB/PVV 2010 tot en met 2014 in geschil, alsmede daarbij gegeven boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente en belastingrente.

Het onderzoek ter zitting bij het Hof heeft plaatsgevonden op 28 mei 2020. Bij dat onderzoek waren partijen vanwege de coronamaatregelen niet fysiek aanwezig. X is tijdens de zitting telefonisch gehoord en de Inspecteur via een beeld-en-geluidverbinding.

Na de ontvangst van de uitnodiging voor het onderzoek ter zitting in digitale vorm had X verzocht om uitstel met het doel op een later moment fysiek aanwezig te kunnen zijn bij de mondelinge behandeling van zijn zaak. X heeft aan dat verzoek ten grondslag gelegd dat hij 74 jaar oud is, niet beschikt over alle in de uitnodiging vermelde elektronische apparatuur, geen ervaring heeft met het voeren van een videogesprek en dat de vervaardiging en indiening van een pleitnota op uiterlijk 18 mei 2020 onmogelijk is. X heeft daaraan voorts ten grondslag gelegd dat hij revaliderend is na een herseninfarct, en dat alles daardoor erg langzaam gaat.

Het Hof heeft het verzoek om uitstel bij brief van 15 mei 2020 afgewezen. Het Hof geeft in deze brief alleen aan dat het Hof X op de zittingsdag telefonisch zal horen zodat het voor X op deze manier toch mogelijk is deel te nemen aan zitting.

X betoogt in cassatie onder meer dat het Hof in de onderhavige zaak, waarin ook boetes aan de orde zijn, zowel artikel 6 EVRM als de regels van een goede procesorde heeft geschonden. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond.

De afwijzing van het verzoek om uitstel van de zitting berust kennelijk uitsluitend op hetgeen is vermeld in de brief van 15 mei 2020. De uitspraak van het Hof bevat geen andere motivering van die beslissing. Ook indien het gaat om een zitting als bedoeld in artikel 2, lid 1, TW-COVID dient het Hof in zijn uitspraak echter te motiveren waarom zwaarder wegende bij de behandeling van de zaak betrokken belangen aan het uitstel in de weg staan. Het Hof heeft dit miskend. De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010 t/m 2014
Instantie
HR
Datum instantie
8 april 2021
Rolnummer
20/02393
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:505
Auteur(s)
mr. I. de Roos
Van Bavel advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/0935
Aflevering
6 mei 2021
Judoreg
NFB4304
bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:57,bwbv0001000&artikel=6,bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:57,bwbv0001000&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina