Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(3)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Met een beroep op een eigendomsvoorbehoud heeft een leverancier van caravans de bij een caravanhandelaar (verder: A) in voorraad zijnde nieuwe caravans teruggenomen.
Voorts heeft A in opdracht van de leverancier alle gebruikte caravans verkocht.
A is vervolgens met X BV (eveneens handelaar in caravans) overeengekomen dat A het ‘gehele resterende caravanbedrijf’ tegen een bepaalde vergoeding aan X BV overdraagt.
De vraag is dan aan de orde of er een algemeenheid van goederen ex artikel 31 (thans 37d) Wet OB is overgegaan aan X BV.
Zo ja, dan maakt X BV middels verrekening van het negatieve jaarsaldo van A aanspraak op een teruggaaf omzetbelasting.
Hof Arnhem-Leeuwarden meende van wel. Redengevend achtte het Hof dat de economische activiteiten van A op de datum van de overeenkomst nog niet waren gestaakt.
Dit is echter een onjuist criterium, oordeelt de Hoge Raad. Het Hof had dienen te beoordelen of de in de overeenkomst vermelde lichamelijke en onlichamelijke zaken tezamen een handelszaak of een autonoom bedrijfsonderdeel vormden.
De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2006-2007
Instantie
HR
Datum instantie
13 maart 2015
Rolnummer
14/02600
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:552
entry not found in index

Naar de bovenkant van de pagina