Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze procedure is in geschil of de vermogensrendementsheffing van box 3 in 2014 en 2015 in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: EP).

Hof Den Haag oordeelt dat de heffing van box 3 op stelselniveau een schending van artikel 1 EP vormt indien het nominaal zonder (veel) risico’s gemiddeld haalbare rendement voor de onderhavige jaren lager is dan 1,2%. Het Hof verwijst hierbij naar de arresten van de Hoge Raad van 14 juni 2019 voor de jaren 2013 en 2014.

Uitgaande van de door X (belanghebbende) aangeleverde cijfers (spaarrekeningen: 1,3%; staatsobligaties: 1,5%; en (termijn)deposito’s: 1,9%) wordt voor het jaar 2014 uitgekomen op een gemiddeld haalbaar rendement van 1,57%. De stelling van X dat het nominaal zonder (veel) risico’s gemiddeld haalbare rendement voor 2014 lager is dan 1,2%, is dan ook niet aannemelijk gemaakt.

Voor het jaar 2015 is de stelling van X dat het nominaal zonder (veel) risico’s gemiddeld haalbare rendement lager is dan 1,2%, wel aannemelijk gemaakt. Het Hof ziet voor wat betreft de schending op stelselniveau echter geen aanleiding om voor het jaar 2015 in te grijpen (vgl. HR 5 juli 2019, 18/05286, ECLI:NL:HR:2019:1108, NLF 2019/1555). Anders dan X betoogt, kan niet worden gezegd dat de wetgever geen actie onderneemt naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 14 juni 2019, zij het dat thans nog niet duidelijk is welke gevolgen de wetgever voor de onderhavige jaren zal verbinden aan deze arresten. Met inachtneming van het inkomen uit werk en woning van X en de vermogenspositie in de onderhavige jaren acht het Hof niet aannemelijk gemaakt dat het forfaitaire stelsel van box 3, mede gelet op het toepasselijke tarief, voor X leidt tot een individuele en buitensporig last. Wel vindt het Hof aanleiding de Inspecteur te veroordelen in de kosten van het geding betreffende de aanslag 2015.

Vlak na het verschijnen van dit arrest kopte de Telegraaf: ‘Spaartaks in strijd Europees recht, mogelijk compensatie.’ Het Hof oordeelt inderdaad dat het nominaal zonder (veel) risico’s gemiddeld haalbare rendement voor het jaar 2015 lager blijkt dan 1,2%: in dat jaar is ‘de spaartaks’ op regelniveau derhalve in strijd met het eigendomsrecht. Het Hof biedt echter geen rechtsherstel, compensatie blijft dus uit.

Onjuiste toepassing tweefasentoets

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014-2015
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
18 december 2019
Rolnummer
18/00587 en 18/00589
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2019:3425
Auteur(s)
mr. dr. S.M.H. Dusarduijn RB
Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2020/0100
Aflevering
9 januari 2020
Judoreg
NFB2968
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina