Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De tijd is rijp voor een Nederlandse Inspecteur-Generaal van Belastingen. De eerste taak van de nieuwe staatssecretaris van Financiën dient te zijn om tot instelling van dit instituut over te gaan. Hij raakt zo in één klap bevrijd van een hoofdpijndossier als de Investeringsagenda van de Belastingdienst en kan zich in eerste aanleg richten op de vormgeving van de in het regeerakkoord opgenomen fiscale plannen. Misschien ontstaat er zelfs ruimte om aan een integrale belastingherziening te gaan werken in plaats van met allerlei managementgedoe bezig te moeten zijn. Uiteraard is de vraag wie als eerste deze uitdagende en prestigieuze rol moet gaan vervullen. De auteur beveelt de voormalig directeur van de NOB en de SOB, Sobels, aan.

Opinie

Volgens het regeerakkoord wordt de komende jaren € 0,5 miljard gereserveerd om de Investeringsagenda van de Belastingdienst uit te voeren. De Investeringsagenda is in mei 2015 gestart door Wiebes. Het doel is om de Belastingdienst beter en goedkoper te laten werken en meer ‘in control’ te laten zijn. De Investeringsagenda is een meerjarig en veelomvattend reorganisatie- en verandertraject gericht op:

  1. interactie met burgers en bedrijven;
  2. informatiegestuurd toezicht en inning;
  3. ontwikkeling van data-analyse;
  4. sturing, verantwoording en effectmeting;
  5. informatievoorziening.

Voor het programma werd initieel € 2,3 miljard uitgetrokken en er werd van uitgegaan dat de Investeringsagenda een besparing van € 2 miljard zou opleveren.

Op 11 oktober jl. presenteerde de Algemene Rekenkamer het rapport ‘Tussenstand Investeringsagenda Belastingdienst’. Het rapport schetst een ontluisterend beeld:

  • De gerealiseerde uitgaven tot en met mei 2017 zijn relatief laag. Dit komt onder andere doordat budgetten minder snel zijn vrijgegeven.
  • Bijna 60% van de projecten heeft vertraging opgelopen of is geannuleerd.
  • Voor de uitstroom van personeel is aanzienlijk meer uitgegeven dan oorspronkelijk was gebudgetteerd.
  • De Rekenkamer heeft financiële gegevens over de gerealiseerde uitgaven moeten ontlenen aan interne documenten, die geen definitieve status hebben, omdat een verankering ontbreekt in de financiële administratie van de Belastingdienst.

Ondiplomatiek zou kunnen worden gezegd dat de Investeringsagenda een rommeltje is. De Rekenkamer verwoordt het diplomatieker: de Investeringsagenda stagneert en daarom is een grondige herijking noodzakelijk. Wiebes heeft op Prinsjesdag 2017 zelf al plannen tot herijking aan het parlement gezonden, maar volgens de Rekenkamer zijn ook die plannen te vaag wegens het ontbreken van relevante informatie. Er is sprake van goede wil, maar daarmee houdt het wel een beetje op. Er ligt dan ook een flinke uitdaging voor de nieuwe staatssecretaris. De vraag is echter of het ontwerpen van een dergelijk omvangrijk managementproject en het toezicht houden op de uitvoering ervan via aansturing en bijsturing, tot de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris dient te behoren. Hebben de ervaringen van pakweg de laatste twintig jaar niet geleerd dat dergelijke projecten welhaast per definitie mislukken?

De Australische Inspector-General of Taxation

Bij lezing van het rapport van de Rekenkamer moest ik ineens denken aan het interview dat Felix Peppelenbosch en ik met Frits Sobels hebben gevoerd. Sobels verwees in het interview naar Noroozi, de Inspector-General of Taxation in Australië. Het leek Sobels een goede zaak als we in Nederland ook een dergelijke functie zouden krijgen. Voldoende aanleiding derhalve om eens uit te zoeken wat de functie van Inspector-General of Taxation (hierna: ‘IGT’) nu precies inhoudt. De website van de Australische overheid bevat veel nuttige informatie. De functie / het instituut van de IGT is ontstaan in 2003. De taken en verantwoordelijkheden zijn neergelegd in de Inspector-General of Taxation Act 2003. De IGT is een onafhankelijk orgaan, belast met het toezicht op en de controle van de Australische belastingdienst. De IGT fungeert als een verbindende schakel tussen de belastingdienst en de regering, inclusief het parlement. De IGT kan op eigen initiatief onderzoek instellen, maar ook op verzoek van bewindslieden of het parlement.

Tot de taken van de IGT behoort onder andere het onderzoeken van systemen die zijn vastgesteld door de Australische belastingdienst bij de administratieve uitvoering van de belastingwetgeving, daaronder begrepen systemen die zijn gericht op de communicatie met het publiek. Over de resultaten van een ingesteld onderzoek vindt rapportage plaats, ook aan het parlement. De rapportage gaat waar nodig gepaard met aanbevelingen.

Opvallend is dat de Investeringsagenda van de Belastingdienst integraal onder dit onderdeel van de taakstelling van de IGT zou kunnen vallen. De IGT zou een ideale toevoeging zijn aan het Nederlandse bestuursrechtelijke kader rond de Belastingdienst en de uitvoering van de belastingwetgeving. Door middel van een IGT kan er onafhankelijk en constant toezicht worden gehouden op de werkwijzen van en de dienstverlening door de Belastingdienst. Het introduceren en aanpassen van het beleid blijft een taak van regering en parlement, maar het continue toezicht op de uitvoering en het monitoren van de processen binnen de Belastingdienst om dat beleid te realiseren, komt in onafhankelijke handen. De onafhankelijkheid van de toezichthouder biedt ook aan belastingambtenaren de mogelijkheid om bij de IGT zaken aan te kaarten waar zij in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen en om een oplossing vragen en die in het verleden wellicht in een bureaulade verdwenen, althans niet de juiste aandacht op het juiste moment kregen. Met als gevolg dat pas geruime tijd later bleek dat er in de praktijk van alles spaak liep waar de wetgever bij het formuleren van de regels geen weet van had. Denk bijvoorbeeld aan de toeslagenaffaire met bussen vol Bulgaren in het gelukzalige bezit van een Nederlandse pinpas en een Nederlands adres. De ambtenaren hadden aan de bel getrokken, maar niemand had kennelijk de klok horen luiden. De belastingambtenaren weten als geen ander hoe de in het parlement of op het ministerie bedachte zaken in de dagelijkse praktijk uitpakken. Waar nodig kan de IGT de signalen uit de praktijk dan zo snel mogelijk richting de politiek terugkoppelen zodat beleid daarop kan worden aangepast.

Zoals gezegd, lijkt een instituut als de IGT het aangewezen instituut om het voortouw te nemen bij de Investeringsagenda van de Belastingdienst. Maar ook andere actuele zaken kunnen moeiteloos door de IGT onder handen worden genomen. Denk aan het monitoren van de APA/ATR-praktijk, waar bij sommige parlementariërs de indruk bestaat dat de staatssecretaris te terughoudend of te passief is met het delen van relevante ontwikkelingen op het vlak van de rulings en het toezicht op de substancevereisten. Denk ook aan het toezicht op het uitwisselen van belastingrulings, enz.

De vraag is binnen welke organisatie de IGT, of in beter Nederlands, de Inspecteur-Generaal van Belastingen dient te worden ingebed. Mijns inziens is de Rekenkamer de meest voor de hand liggende locatie, omdat daar veel kennis en ervaring aanwezig is waar de Inspecteur-Generaal dankbaar gebruik van zou kunnen maken.

Afrondend

De tijd is rijp voor een Nederlandse Inspecteur-Generaal van Belastingen. De eerste taak van de nieuwe staatssecretaris van Financiën dient te zijn om tot instelling van dit instituut over te gaan. Hij raakt zo in één klap bevrijd van een hoofdpijndossier en kan zich in eerste aanleg richten op de vormgeving van de in het regeerakkoord opgenomen fiscale plannen. Misschien ontstaat er zelfs ruimte om aan een integrale belastingherziening te gaan werken in plaats van met allerlei managementgedoe bezig te moeten zijn.

Uiteraard is de vraag wie als eerste deze uitdagende en prestigieuze rol moet gaan vervullen. Als ik een suggestie mag doen: gelet op zijn ruime kennis en ervaring binnen fiscaal Nederland, kan ik mij geen betere Inspecteur-Generaal voorstellen dan Frits Sobels. Ik hoop van harte Sobels in de rol van Inspecteur-Generaal terug te zien, bij voorkeur in een bij die rol passend uniform met de bijbehorende versierselen.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Auteur(s)
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF Opinie 2017/15
Judoreg
NFB1222
Publicatiedatum
1 november 2017

Naar de bovenkant van de pagina