Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft voor het tweede kwartaal van 2021 een tegemoetkoming vaste lasten (TVL) ontvangen van € 19.422,67, maar dit bedrag bleek achteraf te hoog te zijn.

Bij het herzieningsbesluit heeft de minister van EZK (hierna: de minister) overwogen dat hij geen aanleiding ziet om af te wijken van de omzetgegevens zoals die bekend zijn bij de Belastingdienst. X voert daartegen aan dat de minister bij het bestreden besluit is uitgegaan van onjuiste omzetgegevens. De vorige boekhouder heeft namelijk per abuis de omzetcijfers onjuist verwerkt in de boekhouding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) volgt X hierin niet. Uit artikel 2.3.3, lid 5, TVL volgt dat ondernemingen die aangifte omzetbelasting doen, hun omzet moeten aantonen middels de aangiften omzetbelasting. De regelgever heeft daar bewust voor gekozen in verband met de uitvoerbaarheid van de TVL en de beperking van de administratieve lasten. Het CBb heeft in de uitspraak van 11 januari 2022 (21/605, ECLI:NL:CBB:2022:5) geoordeeld dat dit geen onredelijk uitgangspunt is. Daarnaast heeft het CBb in de uitspraak van 2 augustus 2022 (22/464 en 22/502, ECLI:NL:CBB:2022:491, NLF 2022/1553) geoordeeld dat de minister enkel mag afwijken van de aangifte omzetbelasting, indien de Belastingdienst concludeert dat de aangifte onjuist is en overgaat tot aanpassing. Naar het oordeel van het CBb heeft de minister terecht geen aanleiding gezien om af te wijken van de omzetgegevens zoals die bekend zijn bij de Belastingdienst.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1 april 2021 t/m 30 juni 2021
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
30 augustus 2022
Rolnummer
21/1463
ECLI
ECLI:NL:CBB:2022:579
NLF-nummer
NLF 2022/1745
Aflevering
8 september 2022

Naar de bovenkant van de pagina