Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De klager (hierna: X) in deze zaak is advocaat en heeft rechtsbijstand verleend aan cliënten in een belastinggeschil, dat is uitgemond in fiscale procedures. In dat verband heeft X een nader processtuk in de zin van artikel 8:58 Awb (een tiendagenstuk) opgesteld en op 25 oktober 2019 in een fiscale procedure bij Hof Arnhem-Leeuwarden ingebracht.

De cliënten zijn als verdachten aangemerkt in een strafrechtelijk onderzoek. Gebleken is dat zich in het dossier van de FIOD en het Openbaar Ministerie stukken bevinden die door X als advocaat in voornoemde fiscale procedure zijn opgesteld en/of ingebracht en dat de verdenking (wegens overtreding van de Wet op de kansspelen en witwassen) jegens de cliënten van X (mede) op deze stukken is gestoeld.

X heeft een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht ten aanzien van het tiendagenstuk.

Rechtbank Oost-Brabant is van oordeel dat het tiendagenstuk door X is vrijgegeven en hij met betrekking tot dat stuk geen beroep meer kan doen op het verschoningsrecht.

X heeft tegen – onder meer – dit oordeel cassatieberoep ingesteld.

Volgens A-G Spronken is het cassatieberoep op dit punt gegrond. De Rechtbank heeft met haar oordeel in de onderhavige zaak miskend dat het verschoningsrecht van X van toepassing blijft op het tiendagenstuk, ook al is dit als processtuk in een procedure tegen de Inspecteur ingebracht.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2019
Instantie
A-G
Datum instantie
3 december 2024
Rolnummer
24/02026
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1301
Auteur(s)
mr. B.J.G.L. Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2025/0035
Aflevering
7 januari 2025
Judoregnummer
JCDI:NFB6748
bwbr0005537&artikel=8:58,bwbr0005537&artikel=8:58,bwbr0006736&artikel=43c,bwbr0006736&artikel=43c

Naar de bovenkant van de pagina