Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv; belanghebbende) verkoopt via een webwinkel e-books, luisterboeken en abonnementen op e-books en luisterboeken (hierna tezamen: de e-books).

In geschil is of X voor verkopen van uitsluitend downloadbare e-books in het 4e kwartaal van 2019 recht heeft op toepassing van het verlaagde btw-tarief voor boeken van artikel 9, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968 gelezen in samenhang met tabel I, post a.30, Wet OB 1968.

X heeft voor de toepassing van dat verlaagde tarief de volgende gronden aangevoerd:

  1. de reikwijdte van het begrip ‘boeken’ in tabel I, post a.30, Wet OB 1968 omvat, al dan niet door de verplichting tot een richtlijnconforme uitleg, ook langs elektronische weg verstrekte digitale boeken (zoals de e-books);
  2. zo dit anders is, brengt rechtstreekse werking van de Btw-richtlijn een recht op toepassing van het verlaagde tarief voor de e-books mee; en
  3. na de inwerkingtreding van Richtlijn 2018/1713 leidt de toepassing van het algemene tarief voor de e-books tot een schending van het beginsel van fiscale neutraliteit dan wel het algemene Unierechtelijke gelijkheidsbeginsel.

Hof Den Bosch verwerpt de drie stellingen.

Omdat pas per 1 januari 2020 post b.21 is toegevoegd aan tabel I voor onder meer ‘het langs elektronische weg leveren of uitlenen van uitgaven als bedoeld in post a 30 (…)’, heeft X in het 4e kwartaal van 2019 terecht nog het algemene btw-tarief toegepast bij de verkoop van e-books.

Het beroep is ongegrond. De uitspraak van Rechtbank Noord-Holland wordt, met verbetering van gronden, bevestigd.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
4e kwartaal 2019
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
6 februari 2024
Rolnummer
22/423
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:3710
NLF-nummer
NLF 2025/0552
Aflevering
11 maart 2025
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina