Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft de Nederlandse nationaliteit en is op 7 juni 2013 getrouwd. Samen met zijn echtgenote heeft X een minderjarige dochter. Uit een eerder huwelijk heeft X vier (meerderjarige) kinderen.

X was werkzaam als piloot en was tot 13 maart 2013 als zodanig werkzaam. Met ingang van die datum moest hij vanwege zijn leeftijd met pensioen. X wilde echter graag verder werken als piloot en is per 15 augustus 2013 in dienst getreden bij een andere vliegtuigmaatschappij. Zijn standplaats is in Turkije.

Aanvankelijk wilde X met zijn echtgenote en dochter gaan emigreren naar Turkije. Na de (mislukte) staatsgreep op 15/16 juli 2016 in Turkije is besloten om van emigratie af te zien, omdat de echtgenote en de dochter in Nederland zouden blijven vanwege de veranderde situatie in Turkije. De keuze van de echtgenote om in Nederland te blijven werd ook ingegeven door haar wens voor haar ouders te kunnen zorgen, haar positie als zelfstandige vrouw niet op te geven en hun dochter in Nederland te laten opgroeien.

In geschil is of X in 2015 en 2016 voor de toepassing van het Verdrag Nederland-Turkije inwoner was van Nederland zoals de Inspecteur stelt, maar X bestrijdt.

Niet in geschil is dat X op basis van nationale wetgeving van Turkije inwoner is van die Staat en op basis van artikel 4 AWR inwoner is van Nederland. Verder is niet in geschil dat X in beide Staten een duurzaam tehuis ter beschikking stond.

Hof Den Bosch is van oordeel, dat het middelpunt van de levensbelangen van X in beide jaren in Nederland lag. In 2015 woonde X in een hotel in Turkije, zijn vrouw en kinderen woonden (nog) in Nederland. Midden 2016 is de feitelijke situatie zoals die tot dan toe bestond permanent geworden. Dat X alleen, zonder zijn echtgenote en dochter, in Turkije zou verblijven en werken heeft niet tot gevolg dat daarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst met Turkije zouden zijn geworden. Die betrekkingen bleven, net zoals voorheen, het nauwst met Nederland. Er is geen sprake van een duurzaam gescheiden leven, aldus het Hof. De conclusie is dat X in 2015 en 2016 voor de toepassing van het Verdrag Nederland-Turkije inwoner van Nederland is.

Het gelijk is aan de Inspecteur.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015-2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
29 juni 2022
Rolnummer
20/00702; 20/00703
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:2123
NLF-nummer
NLF 2022/1397
Aflevering
21 juli 2022
bwbr0002320&artikel=4,bwbr0002320&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina