Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) woonde in de jaren 2013 en 2014 in a-land. In die jaren ontving hij loon van de KLM.

Op 27 maart 2012 heeft de SVB een A1-verklaring afgegeven over de periode 1 april 2012 tot en met 31 maart 2015. Op grond van die verklaring is X als sociaal verzekerd, en daarmee als premieplichtig, in Nederland aangemerkt.

X heeft op 17 februari 2020 bezwaar gemaakt tegen de A1-verklaring. De SVB heeft naar aanleiding van dat bezwaar de A1-verklaring op 25 juni 2020 ingetrokken. De Inspecteur heeft vervolgens de aanslag IB/PVV 2012 ambtshalve verminderd op grond van een toezegging betreffende dat jaar.

X heeft bij e-mailbericht van 17 juni 2020 verzocht om terugbetaling van de premies volksverzekeringen over de jaren 2012 tot en met 2018. De Inspecteur heeft het verzoek onder meer aangemerkt als verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslagen IB/PVV 2013 en 2014. Hij heeft dat verzoek afgewezen omdat het verzoek buiten de vijfjaarstermijn is gedaan. X heeft beroep ingesteld.

De vraag die bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant voorligt, is of X het recht op een teruggaaf van de premies volksverzekeringen voor de jaren 2013 en 2014 (nog) kan effectueren. Tussen partijen is niet in geschil dat (i) X premies volksverzekeringen heeft betaald voor de jaren 2013 en 2014, (ii) de A1-verklaring voor die periode op 25 juni 2020 is ingetrokken, en (iii) X de premies volksverzekeringen dus ten onrechte heeft betaald.

De Rechtbank stelt vast dat in ieder geval een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslagen is ontvangen op 17 juni 2020. Die verzoeken zijn voor beide aanslagen pas na het verstrijken van de vijfjaarstermijn door de Inspecteur ontvangen, en daarmee in beginsel te laat. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is volgens de Rechtbank geen sprake. Er is ook geen sprake van schending van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. De Inspecteur heeft terecht het standpunt ingenomen dat geen ambtshalve verminderingen dienen te worden verleend. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013-2014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
14 april 2022
Rolnummer
20/10367; 20/10368
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2008
NLF-nummer
NLF 2022/0899
Aflevering
5 mei 2022
bwbr0011353&artikel=9.6,bwbr0011353&artikel=9.6&lid=2,bwbr0012031&artikel=45aa,bwbr0011353&artikel=9.6,bwbr0012031&artikel=45aa

Naar de bovenkant van de pagina