Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is gehuwd met mevrouw Y. Fiscale partner Y is op 18 januari 2017 naar Nederland geïmmigreerd en verbleef in Nederland op basis van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.

X heeft in de aangiften IB/PVV 2017 en 2018 scholingsuitgaven in aftrek gebracht die betrekking hebben op een door Y gevolgde taalcursus ‘Nederlands als tweede taal’ (NT2). De Inspecteur heeft de scholingsuitgaven bij de aanslagregeling geweigerd. X heeft beroep ingesteld.

Het volgen van een NT2-cursus is niet verplicht in het kader van de inburgering. De NT2-taalcursus kan echter wel – in samenhang met twee andere modules – worden gevolgd als inburgeringscursus. Los van de vraag of de NT2-taalcursus door Y is gevolgd in het kader van de inburgering – en als gevolg daarvan de in dat verband gedane uitgaven al dan niet aftrekbaar zijn – is naar het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant geen sprake van aftrekbare scholingsuitgaven. Daarvoor staan de uitgaven voor de NT2-taalcursus in een te ver verwijderd verband tot een concrete vorm van inkomensverwerving. Dat een betere beheersing van de Nederlandse taal de kans op een baan vergroot, maakt dit niet anders.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
21 december 2021
Rolnummer
20/9198; 20/9199
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:6604
NLF-nummer
NLF 2022/0127
Aflevering
13 januari 2022
bwbr0011353&artikel=6.27,bwbr0011353&artikel=6.27

Naar de bovenkant van de pagina