Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze fiscale strafzaak is – kort gezegd – aan de verdachte ten laste gelegd dat hij aan een vennootschap opdracht heeft gegeven tot, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan (het medeplegen van) het doen van onjuiste/onvolledige aangiften omzetbelasting (feit 1) en vennootschapsbelasting (feit 2), met als doel dat er te weinig belasting werd geheven in de periodes van respectievelijk 20 februari 2013 tot en met 9 januari 2018 en 31 maart 2015 tot en met 10 oktober 2017.

Als feit 3 is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 5 november 2015 tot en met 28 juli 2016 heeft schuldig gemaakt aan het feitelijk leidinggeven aan het medeplegen van voor raadpleging beschikbaar stellen van valse facturen met als doel dat er te weinig belasting werd geheven.

De strafkamer van Rechtbank Amsterdam acht alle feiten bewezen en legt aan de verdachte een gevangenisstraf van negen maanden op waarvan zes voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2013-2018
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum instantie
10 oktober 2024
Rolnummer
81.108180-23
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2024:6187
NLF-nummer
NLF 2024/2438
Aflevering
29 oktober 2024
bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69

Naar de bovenkant van de pagina