Direct naar content gaan

Samenvatting

Werkgever X (belanghebbende) is in 2015 in een cao overeengekomen dat zij zich zal inspannen om een aandelenprogramma tot stand te laten komen. Op basis van het aandelenprogramma zouden aandelen aan een hiertoe op te richten stichting worden toegekend. Uiteindelijk heeft EE, een met X verbonden lichaam, ter uitvoering van de gemaakte afspraken door haar in portefeuille gehouden eigen aandelen uitgereikt aan de stichting ten behoeve van de werknemers. X heeft daartoe een vergoeding betaald aan EE. Daarnaast heeft X een geldbedrag betaald aan de stichting met het doel om op de beurs aandelen EE te kopen. X heeft beide bedragen in 2016 in aftrek gebracht op haar belastbare winst. De Inspecteur heeft de aftrek gecorrigeerd.

X betoogt in deze procedure dat artikel 10, lid 1, aanhef en onderdeel j, Wet VpB 1969 niet aan aftrek in de weg staat. Rechtbank Noord-Holland geeft X deels gelijk. De Rechtbank oordeelt dat de betaling aan EE onder de aftrekbeperking valt. De rechtshandelingen, in samenhang bezien, moeten voor toepassing van artikel 10, lid 1, aanhef en onderdeel j, Wet VpB 1969 worden gekwalificeerd als een uitreiking of toekenning van aandelen in EE aan de stichting door X. Zowel op grond van de tekst van de aftrekbeperking, als op grond van doel en strekking daarvan, is de aftrekbeperking van toepassing op deze door X gedane betaling.

Ter zake van de betaling aan de stichting zijn geen aandelen in het kapitaal van X of een met haar verbonden lichaam toegekend of uitgereikt door of namens X. Voort is deze betaling niet in overwegende mate ingegeven door aandeelhoudersmotieven, zodat de betaling in beginsel aftrekbaar is. Anders dan de Inspecteur betoogt, brengt het arrest van de Hoge Raad van 25 januari 1984 (21.520, ECLI:NL:HR:1984:AW8673) niet met zich dat de betaling toch onder voornoemde aftrekbeperking valt. Noch op grond van de tekst van artikel 10, lid 1, aanhef en onderdeel j, Wet VpB 1969 noch op grond van de ratio daarvan, is de aftrekbeperking van toepassing op de onderhavige betaling.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
12 februari 2021
Rolnummer
20/57
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:2523
Auteur(s)
Recep Bagci
PwC
NLF-nummer
NLF 2021/0879
Aflevering
29 april 2021
Judoreg
NFB4285
bwbr0002672&artikel=10&lid=1,bwbr0002672&artikel=10&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina