Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft in deze 156 pagina’s tellende nota naar aanleiding van het verslag de vragen van de Tweede Kamer over dit wetsvoorstel beantwoord. De minister gaat in op vragen over de volgende onderwerpen:

I. Algemeen

  1. Inleiding
  2. Doelstelling
  3. Wettelijk kader pensioenovereenkomsten in het nieuwe pensioenstelsel
  4. Financieel toetsingskader tijdens de transitieperiode
  5. Waarborgen voor een evenwichtige transitie
  6. Financieel toetsingskader na de transitieperiode
  7. Wijziging fiscaal pensioenkader
  8. Governance in het nieuwe pensioenstelsel
  9. Informatievoorschriften in het nieuwe pensioenstelsel
  10. Juridische houdbaarheid en rechtsbescherming
  11. Nabestaandenpensioen
  12. Experimenteerruimte ten behoeve van pensioensparen voor zelfstandigen
  13. Inkorten wachttijd uitzendsector
  14. Gevolgen voor burgers, bedrijven en overheid
  15. Overgangsrecht
  16. Consultatie, toetsen en adviezen

II. Artikelsgewijs

Het wetsvoorstel

De herziening van het pensioenstelsel die de regering met dit wetsvoorstel voor ogen heeft, is het voorlopige sluitstuk van een langlopend maatschappelijk debat over de inrichting van het arbeidsvoorwaardelijk pensioen, de tweede pijler van ons pensioenstelsel. De wens om het pensioenstelsel te hervormen is ingegeven door reeds langlopende ontwikkelingen. Twee belangrijke aanleidingen voor die hervorming zijn te onderscheiden. De eerste heeft betrekking op de financiële grondslagen van ons pensioenstelsel, waaronder de sterke gerichtheid op nominale zekerheid. De tweede ziet op de aansluiting van ons stelsel bij ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in maatschappelijke voorkeuren.

Dit wetsvoorstel regelt naast de herziening van het pensioenstelsel een drietal andere onderwerpen. Dat betreft in de eerste plaats de standaardisering van het nabestaandenpensioen. Het introduceren van experimenteerruimte voor pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler is ingegeven door de zorgen van de regering over de achterblijvende pensioenopbouw van zelfstandigen. Via de experimenten wil de regering bezien hoe kan worden bevorderd dat zelfstandigen meer pensioen opbouwen. Het verkorten van de wachttijd voor uitzendkrachten wordt ingegeven door de constatering dat een substantieel aantal uitzendwerknemers geen aanvullend pensioen in de tweede pijler opbouwt. De Stichting van de Arbeid beveelt aan om de wettelijke wachttijd voor uitzendwerknemers meer in lijn te brengen met die van andere werknemers.

Naast de veranderingen in de Pensioenwet worden ook de Wet IB 2001 en de Wet LB 1964 gewijzigd.

Metadata

Rubriek(en)
Pensioen
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
Ministerie van Sociale Zaken
Datum instantie
17 mei 2022
Rolnummer
36067
Auteur(s)
Carl Luijken
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2022/1100
Aflevering
9 juni 2022
Judoreg
NFB5059

Naar de bovenkant van de pagina