Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 28 mei 2013 heeft de Inspecteur aan X (bv; belanghebbende), naar aanleiding van een boekenonderzoek, een eerste informatiebeschikking afgegeven waarin is verzocht om informatie die van belang kan zijn voor de belastingheffing met betrekking tot de vpb over de jaren 2008 t/m 2011, de LB en de OB. Op 2 maart 2015 heeft de Inspecteur deze informatiebeschikking ingetrokken omdat X op last van de Rechtbank heeft meegewerkt aan het boekenonderzoek.

Op 3 april 2015 heeft de Inspecteur, naar aanleiding van een nader controlerapport, een tweede informatiebeschikking afgegeven met betrekking tot de aangiften vpb over de jaren 2010 en 2011 en de aangiften OB over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 januari 2012, vanwege geconstateerde gebreken in de administratie.

X stelt dat het de Inspecteur – na intrekking van de eerste informatiebeschikking – niet is toegestaan de tweede informatiebeschikking af te geven vanwege strijd met het verbod van détournement de pouvoir, alsmede met het zorgvuldigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en/of het vertrouwensbeginsel.

Rechtbank Noord-Nederland en Hof Arnhem-Leeuwarden hebben X geen gelijk gegeven. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de Inspecteur het verbod van détournement de pouvoir niet heeft geschonden door het nemen van de tweede informatiebeschikking, omdat beide informatiebeschikkingen zijn gebaseerd op verschillende wettelijke grondslagen. De eerste informatiebeschikking zag immers op een schending van de informatieverplichting (artikel 47 AWR), terwijl de tweede informatiebeschikking betrekking heeft op een schending van de administratie- en bewaarplicht (artikel 52 AWR). Verder heeft de Rechtbank geoordeeld dat niet is voldaan aan de administratie- en bewaarplicht, en dat de administratieve gebreken zodanig zijn dat omkering van de bewijslast gerechtvaardigd is.

Het Hof heeft een en ander in zijn uitspraak onderschreven.

X heeft tegen het oordeel van het Hof met acht klachten cassatieberoep ingesteld. Volgens A-G IJzerman falen alle klachten. De conclusie strekt tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 januari 2008 t/m 31 januari 2012
Instantie
A-G
Datum instantie
25 november 2021
Rolnummer
21/01278
ECLI
ECLI:NL:PHR:2021:1106
Auteur(s)
mr. J.M. van der Vegt
Hof Den Bosch
NLF-nummer
NLF 2022/0112
Aflevering
13 januari 2022
Judoreg
NFB4755
bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=52,bwbr0002320&artikel=52,bwbr0002320&artikel=52a,bwbr0002320&artikel=52a

Naar de bovenkant van de pagina