Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De WOZ-waarde van de woning van X (belanghebbende) is per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 45.000. X heeft in bezwaar een waarde bepleit van € 394.000. Die hogere waardering wil X vanwege buiten de fiscaliteit gelegen redenen. De Heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

Hof Den Haag heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van een procesbelang.

X heeft cassatieberoep ingesteld.

De Hoge Raad stelt voorop dat de wijziging van artikel 29, lid 1, onderdeel b, Wet WOZ per 1 oktober 2015 onmiddellijke werking heeft. De belastingrechter mag met ingang van 1 oktober 2015 een tegen een WOZ-beschikking gerichte klacht niet onbehandeld laten op de grond dat die klacht strekt tot verhoging van de vastgestelde waarde. Dat geldt ook indien – zoals hier het geval is – de WOZ-beschikking, de uitspraak op bezwaar en de uitspraak van de Rechtbank van vóór die datum dateren. In cassatie kan echter niet voor het eerst worden verzocht om vaststelling van een hogere WOZ-waarde, oordeelt de Hoge Raad. Gelet op het voorgaande heeft het Hof het hoger beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad overweegt voorts dat eenieder aan wie een te zijnen aanzien genomen WOZ-beschikking bekend is gemaakt en die in bezwaar of in een procedure voor de belastingrechter een hogere dan de vastgestelde waarde bepleit, bij vaststelling van die hogere waarde een belang heeft. De in artikel 28, lid 1, slotzin Wet WOZ voor de verkrijging van een beschikking gestelde eis dat het belang is gelegen in gebruik van het waardegegeven op grond van een wettelijk voorschrift, geldt in dit verband niet. Wanneer het bezwaar strekt tot vaststelling van een hogere WOZ-waarde, wordt het bezwaar niet geacht mede te zijn gericht tegen de aanslag OZB, aldus de Hoge Raad. Als het bezwaarschrift zich uitdrukkelijk mede keert tegen die aanslag, maar uitsluitend klachten bevat die strekken tot vaststelling van een hogere WOZ-waarde, dan kan een eventuele gegrondverklaring van die klachten niet leiden tot een verhoging van die aanslag. Het bezwaar tegen die aanslag moet dan reeds daarom ongegrond worden verklaard. Dit een en ander geldt ook voor het (hoger) beroep en het beroep in cassatie. Wanneer in bezwaar of bij de belastingrechter met succes is gepleit voor verhoging van de vastgestelde WOZ-waarde, kan die verhoging geen aanleiding geven tot navordering op de voet van artikel 18a, lid 1, onderdeel a, AWR. In dat geval ontbreekt namelijk de voor die navordering vereiste, met toepassing van artikel 27 Wet WOZ te nemen, herzieningsbeschikking.

De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam voor een beoordeling van de waarde van de onroerende zaak.

Conform Conclusie A-G IJzerman.

Eerste arrest

Dit is een belangrijke eerste uitspraak van de Hoge Raad over het bepleiten van een hogere WOZ-waarde na 1 oktober 2015. Ik verwacht dat er nog wel enkele zullen volgen over de problematiek die hiermee samenhangt, namelijk de mogelijk tegengestelde belangen, maar dat was in deze procedure niet aan de orde.

Verhoging WOZ-waarde vanwege niet-fiscaal belang

Wat is hier aan de hand? Sinds 1 oktober 2015 is artikel 29 Wet WOZ aangepast. Voortaan bepaalt het artikel dat, indien de WOZ-beschikking of de beschikte waarde ambtshalve, dan wel in bezwaar of beroep is vernietigd, verminderd of verhoogd, dit bekendgemaakt moet worden aan de belanghebbenden en medegedeeld moet worden aan de afnemers. De wijziging in het artikel betreft de mogelijkheid van verhoging van de WOZ-waarde. Die stond nog niet in oude wettekst. De directe aanleiding voor wetswijziging is de wijziging van het woningwaarderingsstelsel, waarin de WOZ-waarde onderdeel is geworden van de berekening van de maximum huurprijs voor sociale huurwoningen. De wijziging van het woningwaarderingsstelsel is eveneens ingegaan per 1 oktober 2015. Daarnaast heeft de uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden van de WOZ-waarde (breder gebruik WOZ) gezorgd voor een toename van het belang bij een juiste WOZ-waarde. Dit belang is al lang niet enkel fiscaal meer. Ook vanwege dit bredere gebruik was mogelijk dat eigenaren van woningen (niet fiscaal) belang hadden bij een hogere WOZ-waarde, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van hypothecaire financiering.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2013
Instantie
HR
Datum instantie
19 oktober 2017
Rolnummer
16/02441
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2656
Auteur(s)
Anneke Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2017/2544
Aflevering
2 november 2017
Judoreg
NFB920
bwbr0007119&artikel=28&lid=1,bwbr0007119&artikel=29&lid=1,bwbr0007119&artikel=30&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina