Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een object dat bestaat uit onder meer 18 recreatiewoningen, een clubhuis/brasserie, een golfbaan met driving range, twee parkwegen en een parkeerterrein.

X voert in deze procedure over de WOZ-waarde voor het jaar 2018 aan dat de Heffingsambtenaar is uitgegaan van een onjuiste objectafbakening. Volgens X moeten de golfbaan en het recreatiepark los van elkaar gewaardeerd worden.

Rechtbank Oost-Brabant geeft X geen gelijk. De gebouwde en ongebouwde eigendommen zijn op één terrein gelegen en toegankelijk via één gezamenlijke ingang. Deze eigendommen hebben één eigenaar (X) en één gebruiker (Y bv) en horen naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar. De Rechtbank overweegt dat het object moet worden aangemerkt als een samenstel als bedoeld in artikel 16, aanhef en onderdeel d, Wet WOZ en verwijst in dit verband ook naar haar eerdere oordeel over de afbakening van het object, zoals vastgelegd in de uitspraak van de Rechtbank van 16 april 2019 (18/1544, ECLI:NL:RBOBR:2019:2178, NLF 2019/1104).

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
18 februari 2021
Rolnummer
20/123
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2021:714
NLF-nummer
NLF 2021/0660
Aflevering
25 maart 2021
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina