Direct naar content gaan

Samenvatting

Verwijzingszaak HR 17 maart 2017, 15/04164, ECLI:NL:HR:2017:442.

X (bv; belanghebbende) stelt kansspelautomaten tegen vergoeding ter beschikking aan met name uitbaters van horecagelegenheden. Per 1 juli 2008 heeft een regimewijziging plaatsgevonden (invoering vrijstelling van omzetbelasting en onderwerping aan kansspelbelasting). X is het niet eens met de als gevolg van de regimewijziging verschuldigde kansspelbelasting over het tijdvak juli 2008 (€ 72.723). De zaak is twee keer voorgelegd aan de Hoge Raad en is thans verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Na verwijzing is in geschil of de invoering van kansspelbelasting voor kansspelautomaten, hoewel deze op het niveau van de regelgeving niet heeft geleid tot een schending van artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM, niettemin heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het geval van X.

Het verwijzingshof is van oordeel dat, gelet op de omstandigheid dat X haar kansspelautomaten in de horeca heeft staan, sprake is van een rechtstreeks verband tussen de structurele verliespositie waarin zij is komen te verkeren en de regimewijziging. Door de grotere impact voor het subsegment horeca wordt X harder getroffen dan andere exploitanten, zelfs zodanig dat zij daardoor in een structurele verliespositie is gebracht. Daarbij neemt het Hof tevens in aanmerking dat uit de door X overgelegde jaarrekeningen volgt dat haar financiële positie sinds de regimewijziging is verslechterd waardoor zij – naar X onweersproken heeft gesteld – moeite heeft de kansspelbelasting te voldoen.

Het Hof zal, nu sprake is van een individuele en buitensporige last, rechtsherstel moeten bieden (vgl. HR 14 juni 2019, 17/05606, ECLI:NL:HR:2019:816, NLF 2019/1464, met noot van Dusarduijn en HR 6 april 2018, 17/01852, ECLI:NL:HR:2018:511, NLF 2018/0948, met noot van Dusarduijn). Het Hof bepaalt de omvang van het rechtsherstel schattenderwijs op € 1.364.740. Dit bedrag is gelijk aan de door Hof Den Haag in een eerdere fase van de procedure geboden compensatie (29 juli 2015, 14/00768, ECLI:NL:GHDHA:2015:2119). De Inspecteur wordt veroordeeld in de door X geleden schade tot dit bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente.

Procesverloop

De Hoge Raad heeft eerder op grond van de wetsgeschiedenis geoordeeld dat de wetswijziging geen strijdige aantasting van het eigendomsrecht van exploitanten van kansspelautomaten behelst krachtens artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM. De wetgever was volgens de Hoge Raad binnen de hem toekomende ruime beoordelingsmarge gebleven. Voor beantwoording van de vraag of de wetswijziging wel heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het concrete geval heeft de Hoge Raad de zaak doorverwezen naar het verwijzingshof.

Het verwijzingshof heeft geoordeeld dat sprake is van een individuele en buitensporige last en heeft ter compensatie daarvan de Inspecteur veroordeeld tot een schadevergoeding van €1.364.740, waarbij de geheven belasting is gehandhaafd. In cassatie was de Hoge Raad van oordeel dat het Hof zijn uitspraak onvoldoende had gemotiveerd en verwees de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Metadata

Rubriek(en)
Kansspelbelasting
Belastingtijdvak
juli 2008
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
2 december 2019
Rolnummer
17/00391
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:10474
Auteur(s)
Ferhat Aksoy
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2020/0017
Aflevering
2 januari 2020
Judoreg
NFB2961
bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina