Direct naar content gaan

Samenvatting

De kernactiviteit van de fiscale eenheid X (belanghebbende) is het tegen vergoeding aanbieden van kinderopvang. Van de fiscale eenheid maakt onder andere A (bv) deel uit. A heeft een ICT-platform rondom kinderopvang opgezet en ingericht. Bij de ontwikkeling van het platform heeft A samengewerkt met andere partners. Het platform koppelt en synchroniseert de ten behoeve van de kinderopvang op de markt aanwezige applicaties met elkaar.

Bij het indienen van haar aangiften btw over 2013 heeft X bij de becijfering van de aftrekbare voorbelasting van de algemene kosten onderscheid gemaakt tussen de kosten van het ICT-platform en de resterende algemene kosten. De aftrekbare voorbelasting met betrekking tot de kosten van het ICT-platform heeft zij berekend aan de hand van het aantal aansluitingen op het platform (werkelijke gebruik).

Voor Hof Den Bosch was in geschil of X de omvang van het recht op aftrek van de omzetbelasting ter zake van gemengd gebruikte goederen en diensten mag berekenen door een deel daarvan (die met betrekking tot het ICT-platform) te bepalen aan de hand van de pro rata naar werkelijk gebruik en voor het overige deel volgens de pro rata naar omzetverhouding. Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord.

X heeft cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.

De pro rata naar werkelijk gebruik in Nederland kan alleen worden toegepast op alle gemengd gebruikte goederen en diensten, en niet op mede een deel van die goederen en diensten. Het is buiten redelijke twijfel dat artikel 173, lid 2, onderdeel c, Btw-richtlijn niet in de weg staat aan de regeling van artikel 11, lid 2, Uitv.besch. OB 1968, en zich niet verzet tegen een stelsel waarin de pro rata naar werkelijk gebruik slechts wordt toegepast in de gevallen – maar dan ook in beginsel in alle gevallen – waarin blijkt dat de pro rata naar omzetverhouding een met de werkelijkheid strijdig resultaat oplevert.

Conform Conclusie A-G Ettema (NLF 2020/1939, met noot van Bijl).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
HR
Datum instantie
22 april 2021
Rolnummer
19/04081
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:645
NLF-nummer
NLF 2021/0883
Aflevering
29 april 2021
Judoreg
NFB4289
bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002634&artikel=11,bwbr0002634&artikel=11,celex32006l0112&artikel=173,celex32006l0112&artikel=173

Naar de bovenkant van de pagina