Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze KB-Lux-zaak kondigt de inspecteur aan dat hij onder andere voor de jaren 1999 en 2000 navorderingsaanslagen (met boetes) wil gaan opleggen.
Op dat moment heeft de KB-Lux’er de aangiften over 1999 en 2000 nog niet ingediend omdat er uitstel is verleend.
Hof Den Bosch acht niet bewezen dat de aangiften opzettelijk achterwege zijn gebleven met het oogmerk te ontkomen aan de door de Inspecteur in het vooruitzicht gestelde correcties.
Het oordeelde daarom dat de boetes wegens het opzetttelijk niet doen van aangiften ten onrechte waren opgelegd.
Tegen dit oordeel heeft de Staatssecretaris cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad overweegt dat onder meer een vergrijpboete kan worden opgelegd indien het aan opzet van de belastingplichtige is te wijten dat de aangifte niet is gedaan. Hiervan is alleen sprake indien de inspecteur de betrokkene heeft uitgenodigd tot het doen van aangifte. Verder dient de door de inspecteur gestelde termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan te zijn verstreken.
De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof-Arnhem Leeuwarden en merkt daarbij het volgende op:
Bij de beantwoording van de vraag of de KB-lux’er het in artikel 67d AWR bedoelde vergrijp heeft gepleegd, is de bekendheid van de Inspecteur met het bestaan van de KB-Lux-rekening niet van betekenis (vgl. HR 2 februari 2000, nr. 35202, ECLI:NL:HR:2000:AA4644, BNB 2000/135).
Het Hof zal nader moeten vaststellen of sprake is geweest van beboetbare feiten.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1999 - 2000
Instantie
HR
Datum instantie
25 oktober 2013
Rolnummer
12/00287
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:971
bwbid=bwbr0&artikel=67d,bwbr0002320&artikel=6&lid=1,bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1,bwbr0049111&artikel=10.4&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina