Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze zaak betreft een verzoek om wraking. De hoofdzaak is bij de belastingkamer van de Hoge Raad aanhangig en betreft een beslissing op verzet in een zaak met betrekking tot zorgtoeslag. Op 7 oktober 2021 is aan partijen bericht dat de Hoge Raad op vrijdag 15 oktober 2021 uitspraak zal doen. Naar aanleiding daarvan heeft X de drie raadsheren van de belastingkamer die de zaak behandelen gewraakt, alsook de rolraadsheer.

Met betrekking tot de rolraadsheer kan X in haar verzoek om wraking niet worden ontvangen omdat de rolraadsheer de zaak niet behandelt, aldus A-G Valk.

Met betrekking tot de raadsheren die de zaak behandelen bestaat voor wraking onvoldoende grond. Een rechterlijke beslissing is als zodanig geen grond voor wraking en op de inhoud van een nog niet gedane uitspraak kan al helemaal niet worden vooruitgelopen. De A-G concludeert dan ook tot afwijzing van het verzoek tot wraking van de drie raadsheren.

De onderhavige conclusie bevat opmerkingen ten overvloede met betrekking tot de figuur van een pro-formaberoepschrift, enkele bijzonderheden met betrekking tot de werkwijze na ontvangst van een beroepschrift in cassatie en nadere bijzonderheden in toeslagzaken. Die opmerkingen bevatten onder meer de suggestie aan het adres van de belastingkamer van de Hoge Raad om de inrichting van het verkorte traject met betrekking tot beroepen die zijn ingesteld tegen een uitspraak die niet de toepassing is van een wet die een cassatiebepaling bevat, opnieuw te overwegen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
A-G
Datum instantie
28 januari 2022
Rolnummer
21/04294
ECLI
ECLI:NL:PHR:2022:158
NLF-nummer
NLF 2022/0776
Aflevering
21 april 2022
bwbr0002320&artikel=28,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:74&lid=2,bwbr0005537&artikel=8:104,bwbr0002320&artikel=28,bwbr0005537&artikel=8:15,bwbr0005537&artikel=8:104

Naar de bovenkant van de pagina