Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een bedrijf exploiteert websites waarop consumenten informatie kunnen vinden over financiële producten. Consumenten kunnen via de website een formulier invullen om meer informatie te krijgen over het product van hun keuze. Na selectie biedt het bedrijf deze consumentengegevens, zogenaamde leads, tegen vergoeding aan aan geldverstrekkers. De geldverstrekkers nemen daarna contact op met de consumenten en sluiten al dan niet een overeenkomst met de consument. In geschil is of de prestatie van het bedrijf, te weten het tegen vergoeding verstrekken van de lead, als (vrijgestelde) bemiddeling inzake krediet zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, aanhef, onderdeel j, ten eerste, van de Wet op de omzetbelasting (Wet OB) moet worden aangemerkt. De vrijstellingsbepaling is gebaseerd op artikel 135, eerste lid, onder b, van de BTW-richtlijn en moet in overeenstemming met die richtlijnbepaling worden uitgelegd.
Volgens de Rechtbank is voor toepassing van de vrijstellingsbepaling in de Wet OB niet van belang dat de Autoriteit Financiële Markten de prestaties als bemiddeling in de zin van de Wet op het financieel toezicht heeft aangemerkt, omdat daarvoor een ander toetsingskader geldt.
Dit oordeel wordt door het Hof in hoger beroep bevestigd. Het Hof overweegt voorts dat de bemiddelingsdienst ingevolge de arresten CSC Financial Services Ltd. en Volker Ludwig van het Hof van Justitie tot doel moet hebben het nodige te doen opdat twee partijen een overeenkomst sluiten en dat de bemiddelaar geen eigen belang mag hebben inzake de inhoud van die overeenkomst. De bemiddelingsdienst kan zich er voorts toe beperken een contractpartij te wijzen op gelegenheden om een overeenkomst te sluiten. In het onderhavige geval had de dienstverrichting tot doel het nodige te doen om ervoor te zorgen dat twee partijen (de consument en de aanbieder) een overeenkomst zouden sluiten. Niet in geschil is voorts dat het bedrijf geen eigen belang heeft inzake de inhoud van de (te sluiten) overeenkomsten. Gelet op de genoemde arresten concludeert het Hof dat de prestatie van het bedrijf als een vrijgestelde bemiddelingsdienst moet worden aangemerkt.

Metadata

Belastingtijdvak
augustus en september 2009
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
10 april 2012
Rolnummer
11/00467en11/00468
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2012:BW3414
bwbid=bwbr0&artikel=11

Naar de bovenkant van de pagina