Direct naar content gaan

Samenvatting

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft vanwege de gegrondverklaring van het hoger beroep van X (belanghebbende) in een BPM-zaak en de vernietiging van de uitspraak van Rechtbank Gelderland de Inspecteur op de voet van artikel 8:75 Awb veroordeeld in de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand die X heeft gemaakt voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep.

Voor zover X in cassatie opkomt tegen de beslissing van het Hof over de proceskostenvergoeding, verklaart de Hoge Raad het gegrond door te verwijzen naar rechtsoverweging 5.2 tot en met 5.8 van het arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2022 (21/02977, ECLI:NL:HR:2022:752). De proceskosten moeten worden berekend naar de waarde per punt zoals deze ten tijde van het wijzen van dit arrest geldt, dat wil zeggen naar een waarde per punt van € 759.

De overige middelen worden met toepassing van artikel 81 Wet RO ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
HR
Datum instantie
9 september 2022
Rolnummer
21/04752
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1151
Auteur(s)
mr. J. Berns
FT-advocaten
NLF-nummer
NLF 2022/1808
Aflevering
22 september 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5226
bwbr0002226&artikel=7&lid=2,bwbr0005537&artikel=8:75,bwbr0005537&artikel=8:75

Naar de bovenkant van de pagina