Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Voor het jaar 2000 heeft de gemeente Vlissingen (Z) aan een huisbewoner een aanslag onroerende zaakbelastingen (gebruikersdeel) opgelegd. De inwoner vindt dat deze aanslag moet worden vernietigd op grond van het gelijkheidsbeginsel. In Vlissingen staan namelijk, verdeeld over twee kampen – veertig woonwagens en de gebruikers daarvan hoeven geen onroerende zaakbelasting te betalen. Het Hof oordeelde dat Vlissingen de woonwagens terecht niet als onroerende zaken heeft aangemerkt en dat een woning niet is gelijk te stellen met een woonwagen.
De Hoge Raad stelt vast dat de huisbewoner zich er bij het Hof niet op heeft beroepen dat de door hem gestelde ongelijke behandeling berust op een gevoerd begunstigend beleid, waarvan ten nadele van hem is afgeweken. Evenmin blijkt uit de stukken dat hij zich voor het Hof erop heeft beroepen dat ten aanzien van een meerderheid van de gebruikers van onroerende zaken in Vlissingen een juiste wetstoepassing achterwege is gebleven. Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
25 november 2004
Rolnummer
38.843
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AR6481

Naar de bovenkant van de pagina