Direct naar content gaan

Samenvatting

De voormalige SW bepaalde en de huidige SW 1956 bepaalt dat, indien een erflater binnen 180 dagen voor zijn overlijden een schenking heeft gedaan, het geschonkene geacht wordt krachtens erfrecht te zijn verkregen.
Tussen beide wetten bestaat in zoverre verschil, dat krachtens artikel 80 van de voormalige wet wegens zodanige schenking geen recht van schenking was verschuldigd, terwijl de regeling van artikel 12, lid 2, SW 1956 behelst dat het deswege geheven schenkingsrecht in mindering van het successierecht strekt.
X betoogt dat de regeling van artikel 12, lid 2, SW 1956 moet worden verstaan in de zin van artikel 80 van de voormalige SW.
De Hoge Raad oordeelt dat Hof Den Haag terecht heeft geoordeeld dat schenkingen, door ouders gedurende een kalenderjaar aan een kind gedaan, worden aangemerkt als één schenking ten belope van het gezamenlijke bedrag.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
1959
Instantie
HR
Datum instantie
20 december 1961
Rolnummer
14.688
ECLI
ECLI:NL:HR:1961:AX8085
bwbr0002226&artikel=12,bwbr0002226&artikel=7&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina