Direct naar content gaan

Samenvatting

Werknemers van X (bv; belanghebbende) die lid zijn van de Groepsraad hebben in het kader van een aandelenplan om niet aandelen netto toegekend gekregen. X heeft de aandelen aangewezen als eindheffingsbestanddeel in de zin van de werkkostenregeling. De Inspecteur heeft de aanwijzing niet gevolgd en een naheffingsaanslag LB opgelegd.

Volgens Hof Amsterdam heeft de toekenning van de bonusaandelen geen zuiver zakelijk karakter en heeft het evenmin een gemengd karakter. De toekenning hoort dan ook niet onder de reikwijdte van de werkkostenregeling te vallen. Het Hof heeft de naheffingsaanslag in stand gelaten.

Volgens de Hoge Raad berust het oordeel van het Hof op een onjuiste rechtsopvatting. De zaak is verwezen naar Hof Den Haag voor een nieuwe behandeling van de vraag of aan de gebruikelijkheidstoets van artikel 31, lid 1, aanhef en onderdeel f, Wet LB 1964 is voldaan.

De Inspecteur heeft na verwijzing een vragenlijst aan 88 bedrijven gezonden. Voor zover X stelt dat de Inspecteur met de uitvraag zijn bevoegdheid op grond van artikel 53 AWR oneigenlijk heeft gebruikt, wordt die stelling verworpen. De uitvraag is volgens het verwijzingshof voldoende representatief.

De uitkomst van de uitvraag is dat er maar één bedrijf/concern is dat een bonusregeling kent, die dat bedrijf/concern heeft aangewezen voor de toepassing van de werkkostenregeling. Deze bonusregeling is wat betreft omvang van de netto verstrekking niet vergelijkbaar (de bedragen zijn beperkt van € 500 tot € 1.250) met de bonussen die X aan leden van de Groepsraad verstrekt. Verder dient daarbij in ogenschouw te worden genomen dat binnen het concern van X de werknemers/niet-leden van de Groepsraad weliswaar bonussen krijgen, maar dat het niet gebruikelijk is dat zij die in de vorm van aandelen tot de omvang als hier aan de orde krijgen.

Het verwijzingshof komt tot de slotsom dat de door X verstrekte aandelen niet kwalificeren als eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, lid 1, aanhef en onderdeel f, Wet LB 1964.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
11 augustus 2020
Rolnummer
19/00463; 19/00464
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2020:1562
Auteur(s)
dr. F.M. Werger
BDO
NLF-nummer
NLF 2020/2363
Aflevering
5 november 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3787
bwbr0002320&artikel=53,bwbr0002320&artikel=53,bwbr0002320&artikel=53&lid=1,bwbr0002471&artikel=31&lid=1,bwbr0002471&artikel=31&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina