Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (BV), B (BV) en A (BV) vormen samen met een aantal andere vennootschappen een economische of organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 5.4 van de Regeling Wfsv.
B is een uitzendbureau dat haar personeel nagenoeg uitsluitend naar bedrijven in de gezondheidszorg uitzendt, doorgaans met een uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691, lid 2, BW.
A is een uitzendbureau dat personeel naar diverse sectoren uitzendt, meestal zonder een zodanig uitzendbeding.
X is samen met andere vennootschappen krachtens de Wet financiering sociale verzekering ingedeeld in sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen). A en B zijn beide ingedeeld in sector 52 (Uitzendbedrijven).
A en B hebben de inspecteur verzocht om samen met X te worden ingedeeld in sector 35, maar dat werd geweigerd.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden was dat terecht.
De inspecteur “kan” beslissen dat een werkgever wordt ingedeeld in een andere sector.
Dit oordeel wordt in cassatie door de Hoge Raad bevestigd. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de inspecteur een ruime beoordelingsvrijheid heeft gegund bij de behandeling van een aanvraag om een zodanige beslissing.
Conform A-G Niessen.

Metadata

Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
9 januari 2015
Rolnummer
14/00986
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:33

Naar de bovenkant van de pagina