Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende; een fiscale eenheid omzetbelasting) wil de omvang van de aftrek van omzetbelasting berekenen naar het werkelijk gebruik van gemengd gebruikte goederen en diensten. Daartoe heeft zij een bedrijfseconomische berekening overgelegd. De vraag ligt voor of deze berekening kan worden gebruikt om het werkelijk gebruik vast te stellen.

Hof Den Bosch heeft deze vraag bevestigend beantwoord. De staatssecretaris heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld en volgens A-G Ettema is dit gegrond. Degene die de aftrek wenst te berekenen volgens het werkelijk gebruik moet gegevens aanleveren aan de hand waarvan het werkelijk gebruik objectief en nauwkeurig kan worden bepaald. Vervolgens concludeert de A-G dat de werkelijkgebruikmethode niet kan worden toegepast ingeval een beroep is gedaan op het besluit van 9 november 1982, 282/15703 (de bankenresolutie).

Als de conclusie moet zijn dat X geen beroep heeft gedaan op de bankenresolutie – de stukken van het geding wijzen in die richting – kan de overgelegde bedrijfseconomische berekening volgens de A-G niet worden gebruikt voor het vaststellen van de pro rata omdat per categorie bancaire producten (resp. interestbaten en provisieopbrengsten) de aftrek wordt berekend op basis van de belaste omzet / totale omzet (dat wil zeggen de omzetverhouding). Daarmee heeft de berekening het meeste weg van een pro-rataberekening volgens de sectormethode, zoals is opgenomen in artikel 173, lid 2, onderdeel b, Btw-richtlijn. Nederland heeft die mogelijkheid niet geïmplementeerd. Voor zover de verdeling per categorie bancaire producten wel als verdeling op grond van werkelijk gebruik kan doorgaan, kan de berekening alsnog niet worden gebruikt omdat in wezen een omzetsleutel per categorie wordt toegepast. Een dergelijke duale berekeningsmethodiek is op grond van de nationale wetgeving niet toegestaan.

De A-G concludeert al met al dat de aftrek in dit geval niet op basis van het werkelijk gebruik kan worden bepaald.

X heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld, maar volgens de A-G kan de Hoge Raad dit afdoen met toepassing van artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 juli 2015 - 30 september 2015
Instantie
A-G
Datum instantie
9 november 2021
Rolnummer
20/01521
ECLI
ECLI:NL:PHR:2021:1054
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2021/2324
Aflevering
9 december 2021
Judoreg
NFB4697
bwbr0002629&artikel=8&lid=2,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=6,bwbr0002634&artikel=11,bwbr0002634&artikel=12,bwbr0002629&artikel=8&lid=2,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002634&artikel=11,bwbr0002634&artikel=12,celex32006l0112&artikel=173,celex32006l0112&artikel=174,celex32006l0112&artikel=175,celex32006l0112&artikel=173,celex32006l0112&artikel=174,celex32006l0112&artikel=175

Naar de bovenkant van de pagina