In tal van situaties kan de vraag opkomen of een bevoordeling kwalificeert als belaste schenking. Het oplossen van deze vraagstukken is mogelijk door de verschillende elementen van het schenkingsbegrip aan de hand van de jurisprudentie uiteen te zetten. Uit dit theoretische kader blijkt dat alle vermogensrechtelijke bevoordelingen die het gevolg zijn van een handelen aan heffing zijn onderworpen. Een vermogensverschuiving die het gevolg is van nietsdoen blijft echter onbelast. Reinier Kooiman betoogt dat er voor deze beperking geen goede reden is en dat uitbreiding van het successierechtelijke schenkingsbegrip gewenst is.
De heffing van schenkbelasting krijgt onder fiscalisten niet al te veel aandacht. Dat vermogensoverdracht in de familiesfeer in de regel tot heffing leidt, is algemeen bekend. Dat ook bij andere vermogensverschuivingen een heffingsrisico in de lucht hangt, staat niet bepaald op het netvlies gebrand. Zo rijst ook bij de verstrekking van een onzakelijke lening of de betaling van steekpenningen de vraag naar de heffing van schenkbelasting.
In paragraaf 2 zet ik de systematiek van het belastbaar feit van de schenkbelasting uiteen. De hoofdregel die daaruit volgt, het civielrechtelijke giftbegrip, ontleed ik in paragraaf 3. Daaruit blijkt dat naast verarming van de gever, verrijking van de begiftigde en een bevoordelingsbedoeling juist het handelen een wezenskenmerk is voor een gift. Bevoordelingen die bestaan uit een nalaten vallen buiten de reikwijdte van het giftbegrip (paragraaf 4). In paragraaf 5 evalueer ik of dat een logische afbakening is en kom ik tot een voorstel voor een verruiming van het fiscale schenkingsbegrip. Tot slot vat ik mijn bevindingen samen (paragraaf 6).