Of Nederland vennootschapsbelasting wil heffen, en zo ja over welke grondslag, is een zuiver nationale aangelegenheid. De enige EU-rechtelijke begrenzing van de nationale bevoegdheid om vennootschapsbelasting te heffen, bestaat (t/m 2018) uit de inachtneming van de verkeersvrijheden (vrij vertaald: een verbod van discriminatie) en het staatssteunverbod. Omdat in de Hunkemöller- en Aon-zaak geen sprake is van discriminatie of staatssteun, is het volgens Philippe Albert terecht dat de Hoge Raad geen prejudiciële vragen heeft gesteld.
Maarten de Wilde en Ciska Wisman (hierna: de auteurs) betogen dat de Hoge Raad prejudiciële vragen had moeten stellen in de zaak Aon