Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 16 april 2019 is een concept wetsvoorstel ‘Aanpassing liquidatie- en stakingsverliezen in de vennootschapsbelasting’ ter publieke consultatie voorgelegd. Als dit concept ooit tot wet zou worden verheven, dan zouden onder meer liquidatieverliezen boven € 1 miljoen die van buiten de EU/EER komen niet meer in aftrek kunnen worden gebracht van de winst in Nederland. De periode waarin een liquidatieverlies in aanmerking kan worden genomen wordt beperkt tot drie jaar na staking van de onderneming van de dochtervennootschap. Bovendien wordt het minimum te houden belang voor de toepassing van de liquidatieverliesregeling verhoogd van 5% naar 25%, óók voor Nederlandse verhoudingen.


De internetconsultatie is op 16 mei 2019 gesloten. Op de consultatie is onder meer gereageerd door de NOB, VNO-NCW, The Netherlands British Chamber of Commerce, het Register Belastingadviseurs en Vakstudie Nieuws. Felix Peppelenbosch maakt uit de reacties op dat eigenlijk niemand zit te wachten op dit plan van de Tweede Kamerleden Bart Snels (GroenLinks), Renske Leijten (SP) en Henk Nijboer (PvdA).

Opinie

NOB

R.A. van der Jagt, Commissie Wetsvoorstellen

De Orde geeft aan vraagtekens te hebben bij de timing van het voorstel, is van mening dat de materiële en territoriale beperking in strijd is met de ratio van de deelnemingsvrijstelling en is bezorgd dat dit wetsvoorstel niet zozeer multinationals maar juist het mkb zal treffen. Daarnaast is de Orde van mening dat de voorgestelde aanpassingen nu slechts ten nadele van belastingplichtigen werken, terwijl er ook aanpassingen ten voordele van belastingplichtigen gerechtvaardigd zouden zijn.

VNO-NCW

J.M. Lammers, directeur Economische Zaken

VNO-NCW heeft grote zorgen met betrekking tot dit initiatiefwetsvoorstel. Dit voorstel heeft namelijk fundamentele impact op de investeringsbeslissingen van kleine én grote ondernemingen. De indieners leggen met dit initiatiefwetsvoorstel – wellicht onbedoeld – daarom een zeer fundamentele vraag voor: Wat voor soort economie moet en wil Nederland zijn? Open of gesloten, internationaal of nationaal georiënteerd, leidend of volgend?

VNO-NCW wil een inclusieve samenleving met de ramen open, gericht op de wereld en voldoende ruimte voor ondernemers om hun vleugels internationaal uit te slaan. Als het nodig is deze – of een andere – regeling tegen het licht te houden, dan moet dit binnen een integrale benadering, zoals in het kader van het bredere onderzoek naar de toekomst van de vennootschapsbelasting zoals dat inmiddels is aangekondigd door de staatssecretaris.

In deze integrale benadering moet zorgvuldig worden afgewogen dat onze welvaart in hoge mate afhangt van de brede waaier aan kleine, middelgrote en grote ondernemers die ons land rijk is. En dat de aanwezigheid van al deze ondernemingen het resultaat is van het huidige economische – en daaruit volgende fiscale – beleid dat ervan uitgaat dat Nederland voor economische groei en werkgelegenheid afhankelijk is van het buitenland. Dankzij dat beleid is Nederland een open internationaal georiënteerde economie, die veel groter is dan we zouden mogen verwachten op basis van het aantal inwoners of onze oppervlakte. Ook hebben we hierdoor in Nederland een BBP per hoofd van de bevolking dat één van de hoogste ter wereld is. Naast start-ups, scale-ups en het brede mkb vormen de internationaal opererende ondernemingen en hoofdkantoren vitale onderdelen van dat ecosysteem. Ons fiscale stelsel moet voldoende ruimte bieden aan al deze verschillende ondernemingen, zodat zij zich nu en in de toekomst in Nederland thuis kunnen voelen.

The Netherlands British Chamber of Commerce (NBCC)

Martin Buckers, Chairman Economic & Fiscal Forum NBCC

De NBCC stelt voorop dat zij in het algemeen van mening is dat de liquidatieverliesregeling een belangrijk onderdeel is van de deelnemingsvrijstelling en als principe behouden moet blijven. Zij is ook voorstander van het bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van fiscale faciliteiten. Indien dit wordt geconstateerd ligt het op de weg van de wetgever om met maatregelen te komen die het geconstateerde misbruik of oneigenlijke gebruik van de regeling bestrijden. Het uitgangspunt daarbij zou volgens de NBCC moeten zijn dat het niet verder gaat dan nodig is om het geconstateerde misbruik of oneigenlijk gebruik te bestrijden. Naar de mening van de NBCC voldoet de in het initiatiefwetsvoorstel opgenomen regeling op een aantal punten niet aan bovengenoemde uitgangspunten. Daarnaast vraagt zij zich af of dit wel het juiste moment is om een wijziging in de liquidatieverliesregeling aan te brengen. Momenteel wordt door het ministerie van Financiën nagedacht over een toekomstige concernregeling. Een toekomstige concernregeling zal waarschijnlijk raakpunten hebben met de liquidatieverliesregeling. Het ligt daarom meer voor de hand eventuele aanpassingen in de liquidatieverliesregeling pas door te voeren in het kader van die nieuwe concernregeling.

Register Belastingadviseurs (RB)

P.N.M. Goossens, A.T. Palatsingh, M.A.B. Brögeman, Commissie Wetsvoorstellen

Het RB geeft aan geen principiële bezwaren te hebben tegen de voorgestelde territoriale beperking van de liquidatie- en stakingsverliesregeling. Deze beperking houdt in dat een liquidatie- of stakingsverlies nog slechts aftrekbaar is als dat verlies is geleden in Nederland of in een land dat behoort tot de Europese Unie (EU) of in een staat die is betrokken bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER). Het RB heeft eveneens geen principiële bezwaren tegen de voorgestelde temporele beperking van de liquidatie- en stakingsverliesregeling. Deze beperking houdt in dat liquidatie- en stakingsverliezen slechts aftrekbaar zijn als het verlies in aftrek wordt gebracht uiterlijk in het derde jaar dat volgt op het jaar waarin de betreffende onderneming (nagenoeg) geheel is gestaakt.

Wolters Kluwer

Vakstudie Nieuws

De liquidatie- en de stakingsverliesregeling zijn thans al complex en het nu voorliggende voorstel maakt deze regelingen nog complexer.

De thans voorgestelde maatregelen werken enkel eenzijdig uit ten nadele van de belastingplichtige. Het initiatiefwetsvoorstel had aan kracht gewonnen, als de initiatiefnemers ook de voor de belastingplichtige onevenredig nadelig uitwerkende regelingen hadden meegenomen in hun wetsvoorstel. Nu wekken zij enkel de indruk de grote multinationals een hak te willen zetten. Het voorstel komt verder ook het vestigingsklimaat niet ten goede.

Conclusie

Uit de reacties valt op te maken dat eigenlijk niemand zit te wachten op dit plan van de Tweede Kamerleden Bart Snels (GroenLinks), Renske Leijten (SP) en Henk Nijboer (PvdA). Alleen het RB geeft aan met het plan te kunnen leven. Zoals ik in een eerdere opinie al aangaf, zal de soep uiteindelijk ook veel minder heet worden gegeten dan die thans wordt opgediend. Feitelijk is er op dit moment gewoon niks meer dan een uitgewerkt plan van de linkse oppositiepartijen dat feilloos past in hun niet aflatende vasthoudendheid om belastingontwijking door multinationals als Shell te willen aanpakken. Dat is zeker te prijzen, maar het is nog nooit bewezen. Eerder heeft staatssecretaris Menno Snel de Kamer al laten weten ook niet van plan te zijn om de liquidatieverliesregeling aan te passen. In de informele Ecofinraad van 6 april 2019 heeft een initiële discussie plaatsgevonden over de wenselijke Ecofinprioriteiten in de komende parlementaire cyclus van vijf jaar, daarbij in acht nemend dat zowel de nieuwe Europese Commissie als het nieuwe Europees Parlement op dit moment nog onbekend zijn. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan dat het waardevol is als in EU-verband de strijd tegen belastingontwijking wordt voortgezet. Gezien het aanzienlijke pakket aan maatregelen dat in het kader van de belastingontwijking reeds is genomen vindt Nederland dat de voorspelbaarheid van het belastingsysteem voor bonafide bedrijven voldoende moet worden gewaarborgd (‘tax certainty’).

Daar ben ik het geheel mee eens, maar tegelijkertijd steun ik ook de strijd van Snels, Leijten en Nijboer. Het is in ieder geval goed om je ervan bewust te zijn dat van het conceptvoorstel van deze Kamerleden op dit moment geen enkele serieuze bedreiging voor het vestigingsklimaat uitgaat. Het is slechts een Haagse ‘luchtballon.’

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Wetsartikelen
Auteur(s)
mr. F.A. Peppelenbosch
NLFiscaal
NLF-nummer
NLF Opinie 2019/26
Judoreg
NFB2485
Publicatiedatum
19 mei 2019
bwbr0002672&artikel=15c,bwbr0002672&artikel=13d

Naar de bovenkant van de pagina