Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan een werknemer van een autoverhuur- en leasebedrijf zijn in 2004 ook voor privé-doeleinden auto’s ter beschikking gesteld. Gedurende een deel van het jaar 2004 moest hij een auto die hem op dat moment ter beschikking was gesteld, overdag beschikbaar stellen aan andere medewerkers van het bedrijf voor het halen en brengen van huur- en leaseauto’s naar verschillende adressen (hierna: pendelritten). De werknemer heeft een rittenadministratie overgelegd met betrekking tot de auto’s. Deze vermeldt ter zake van de pendelritten niet wat de bestemming van die ritten is geweest en evenmin welke route is gereden.
In geschil is of het voordeel privé-gebruik auto's op grond van het tweede lid van artikel 3.145 Wet IB 2001 (tekst 2004) op nihil moet worden gesteld.
Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord omdat de overgelegde rittenadministratie niet aan de gestelde eisen voldoet.
Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat de werknemer ook geen ander bewijs heeft bijgebracht om zijn stelling te onderbouwen dat in de geadministreerde pendelritten geen kilometers zijn begrepen voor privé-doeleinden. Het Hof heeft daarbij overwogen dat de werknemer geen bescheiden heeft overgelegd aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd dat wat betreft de pendelritten sprake is van een sluitende rittenregistratie. Het is bij zijn oordeel kennelijk uitgegaan van de opvatting dat (aanvullend) bewijs bij de onderhavige verzwaarde bewijslast slechts kan worden geleverd met schriftelijke stukken, en dat verklaringen zoals die welke de werknemer voor de Rechtbank heeft afgelegd in dit verband nimmer tot het bewijs kunnen bijdragen. Deze opvatting is echter onjuist, aldus de Hoge Raad. Een belastingplichtige kan met elk bewijsmiddel doen blijken dat hij de hem ter beschikking gestelde auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden heeft gebruikt.
Het cassatieberoep van de werknemer wordt gegrond verklaard. De zaak wordt verwezen voor een hernieuwde waardering van het bewijs.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2004
Instantie
HR
Datum instantie
22 oktober 2010
Rolnummer
10.00484
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BO1395
bwbid=bwbr0&artikel=3.145,bwbr0002471&artikel=13bis&lid=3,bwbr0002471&artikel=13bis&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina